annotatie |
|
|
2 |
min, om min: hun gevoelens van vriendschap uitwisselen (Verwisselen, r. 5) |
4 |
Met geen blanketsels toebereidt: Zonder opsmuk, zonder dat dat gedrag tot vleierij vervalt |
5 |
hand, oover hand: heen en weer, onderling |
6 |
kant, oover kant: van de ene kant naar de andere en terug, heen en weer |
7 |
juist: precies, nauwkeurig |
9 |
vlaaght: komt ... aanwaaien |
10 |
mirt: de mirt is Venus gewijd |
|
Liefdes heilighdom: het heiligdom van de Vriendschap |
11 |
Van booven: Uit de hemel |
|
aam: adem, wind |
12 |
met een naam: de naam Vriendschap |
13 |
Zoo: Indien (de hoofdzin volgt eerst in r. 17) |
|
mee: mede. Dortmond had al een proefstuk geleverd door in Utrecht te promoveren. |
14 |
In: Bij |
|
waakel: zweer (het woord geldt bij Kiliaan, 1599 al als vetus) |
15 |
niet waardeer: niet hoog genoeg zal kunnen aanslaan |
16 |
Dies: Om die reden (nl. omdat hij mij een vriendendienst heeft bewezen) |
|
ernstigh: diepgevoeld |
17 |
Den naam van vriend ons wenscht gemein: Wenst dat wij allebei de naam van vriend mogen krijgen (dwz. Wenst dat ook mijn vriendschap kan blijken) |
18 |
Hy wraake niet: Dan moet hij ... niet afwijzen |
19 |
hechten: bestekheften |
|
een heliotroop: een groene kwartssoort, met rode chalcedon-adering en stippen |
20 |
hoe soeten knoop: wat een aardig ‘raadsel’ (dit geschenk in zich draagt) |
21 |
Se zyn gepaart: Het zijn er twee (vork en mes), zoals twee vrienden |
|
Wat leert: Waarnaar verwijst (vgl. Dan, r. 27) |
22 |
mirtelof: mirteblad (vgl. r. 10) |
23 |
hartenaar: ader met hartebloed (vgl. r. 12) |
24 |
het bloed der rooselaar: de bloedrode tint van de roos (vgl. r. 9) |
25 |
Besprenght: Besprenkeld, Gespikkeld |
|
karltjes: korreltjes (wnt vii, i, 1663, deze plaats) |
26 |
Rondkantigh: Met ronde zijkanten (kennelijk als beeld voor de eindeloosheid, vgl. sonder end, r. 27) |
|
blinkende: in verband met de helderheid van ware vriendschap (vgl. heldre, r. 27 en ook haagelwit, r. 25) |
27 |
Dan: Anders dan naar (vgl. Wat leert, r. 21) |
28 |
nyd: afgunst |
29-30 |
Orest, Met Pilades syn vrund: de zeer hechte vriendschap tussen Orestes en Pylades (vgl. Ovidius, Ex Ponto iii, ii, 85-88) |
34 |
waar op het staat: waar het op staat (nl. dat hij door het geschenk af te wijzen mij als vriend afwijst) |