Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 382]
| |
[227] Op het bontgenootschap van Spanje, en 't vereenight Neederland.aant.Had Romen in haar bloem niet grooter Monarchyen?
Moet Keiser Karels erf niet kleiner ryk belyen?
Maar of schoon meenigh kroon, voor Romulus geweld,
Sich boogh, 't Bataafsche bloed wierd nimmer onderstelt.
5[regelnummer]
De Keiser merkende den moed der Batavieren,
Zoo socht hy vrindschap, en hun volk voor soudenieren.
Wat joegh dan Flip, die meer versien heeft, dan verrykt,
Dit ooverstrydbaar bloed, dat noch syn stam gelykt?
Dat wist, die wyse Vorst van Gent, syn grootevaader,
10[regelnummer]
Wiens raad de soon vertradt, van hooghmoed onberaader.
In nu, van eeuw, tot eeuw, dat saad, met Neederland
Vergeet partyschap van den muis, en olifant:
Zoo kan 't zulk voordeel, van Oranjes vriendschap, trekken,
Als Batoos hulp, ten nut van Ausons ryk, kon strekken.
|
|