Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 346]
| |
[205] Nieuwjaar, aan Roselle.aant.Roselle soet meestresje,
Myn hooghgeeert princesje:
Roselle myn verkooren,
Uit duisenden gebooren:
5[regelnummer]
Roselle myn vriendinne,
Die 'k, in myn siel, beminne:
Roselle, die my 't leeven,
Kont neemen, en kont geeven:
Is 't oud jaar niet verloopen?
10[regelnummer]
Is 't nieuwejaar niet oopen?
Wierd niet van ouds by vrinden,
Aan dicht, en vergesinden,
Het nieuwejaarigh heeden
Begonnen met gebeeden?
15[regelnummer]
Wierd niet de hand van gaafjes
Geoopent mild, en braafjes?
Met goude, of silvre daalers?
Met baksels van de maalers,
Uit jaarigh saad van boeken?
20[regelnummer]
Met sout, of hoonighkoeken?
Met hoonighseem, met vygen?
Met wynen schaars te krygen?
Met reuk van Arabieren?
Met singende papieren?
25[regelnummer]
Met duisend suikre groeten,
Om 't nieuw jaar in te soeten?
En volght men niet op huiden
De wys der oude luiden?
Siet hoe de goede buurtjes
30[regelnummer]
Malkander bly, met gluurtjes,
Met knietjes, en met hoedjes,
Toe mompelen iet soetjes.
Siet hoe de nette meisjes,
Langs straaten, elke reisjes,
35[regelnummer]
Al draagende gaan swieren,
| |
[pagina 347]
| |
Met doeken, met papieren,
Met witte duivekaater,
Met geele koek, by 't waater,
In d'olifant, gebakken,
40[regelnummer]
Met duisend andre pakken.
O! blyde dach van huiden,
Hoe zal ik u inluiden?
Wat zal ik best bedenken,
Voor lieflike geschenken,
45[regelnummer]
Of smaakende gerichtjes?
Roselle mint gedichtjes.
Gedichtjes kan ik weeven,
En wil 'k myn engel geeven.
Ik wensch geen ongelukken,
50[regelnummer]
Uw lyfje, of zieltje drukken.
Ik wensch geen guure vlaagen
Uw kaakebeentjes plaagen.
Ik wensch geen swarte kleeren,
Uw droefheit, ach, vermeeren.
55[regelnummer]
Ik wensch geen maaghd moogt blyven,
Noch slecht uw jeughd verdryven.
Maar dat Gods saalge seegen
U seegene geneegen.
Maar dat ghe fris, als roosjes,
60[regelnummer]
Met bloosjes pronk, op bloosjes.
Maar dat verheughde vlaaghjes
U gunnen goude daaghjes.
Maar dat ghe mooght uw handjes
Korts slaan, in echte bandjes.
65[regelnummer]
In bandjes, als ik woude,
Men ons te saamen trouwde.
Met welken wensch ghy meede,
Vertrouw ik, zyt te vreede.
Want ik besluit myn wenschen,
70[regelnummer]
Zoo 't saalich is ons menschen.
|
|