Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 339]
| |
[199] Roselles oogen.aant.Wat mach de doove maan
Heur droeve fakkel steeken aan
Het licht, van blyde sonnestraalen?
Se spiegel, Bruidswys, van om hoogh,
5[regelnummer]
In brandglas, van Roselles oogh,
Waar uit de Son syn licht moet haalen.
Roselles oogh waar in
De woonplaats is der gloênde min,
Die heeter dan de Son kan blaaken.
10[regelnummer]
De min, aansiende heur gesicht,
Vloogh, als een mugjen, in dat licht,
En kon niet Heemelwaarts geraaken.
Wat mach de doove maan
Heur droeve toorts dan steeken aan
15[regelnummer]
Het licht, van blyde sonnestraalen?
Se spiegel, Bruidswys, van om hoogh,
In brandglas, van Roselles oogh,
Waar uit de son syn licht moet haalen.
|
|