Gedichten (2 delen)(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] [41] Op het blanketten van 't vrouwvolk in Spanje. I.aant. Zoo, naa men segt, de Spaansche vrouwekaaken, Met afgangh van Hegdissen, grys fenyn, En rooserood van floers geschildert zyn, Zoo dar ik dat er schoone zyn versaaken. 5[regelnummer] Zoo veel ik sach, een voddetje van laaken, Of een penceel had, in een ronde lyn, Haar wangen met een bloosend aangeschyn Gewit, wie kan daar van dan schoonheit maaken? Waarom, dan om een wangeschaapen huid 10[regelnummer] Te helpen, zal de konstnaar haar bekleeden? Zoo schudt een bes alle uur wat oudheits uit. O poppery ontvonkt in aarde leeden, Prometheus schort er maar met Heemelbuit, Voor schooner steen, van Fidias gesneeden. Vorige Volgende