Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 38]
| |
[36] Op des kooninghs weigeringe aan syn soon, versoekende om dry uuren te moogen regeeren.aant.Met pyn, en afgeparst sond endelyk de Son
Syn soon den Heemel om, met 's Heemels sonnewaagen,
Om voor een eenge dagh, langs 't aardryk, op te daagen,
Maar die stond Febus duur, en doodde Faëton.
5[regelnummer]
Ghy, o Filip, wanneer uw fiere soon begon
Te nyvren, en versocht dry uuren maar te draagen
De volmacht van uw kroon, dorst Ninus doen niet waagen,
Bevreest dat hy vergrimt iet schrikliks onderwon.
En zynde om dat geheim t'ontmynen in verlangen,
10[regelnummer]
Sprak hy in 't midden niet van sidderende raân,
Zoo staande vyf of ses griffioenen op zou hangen?
Wie weet of niet het lyf, met leeden ooverlaân
Van goudsucht, in uw ryk geneesingh had ontfangen?
En of uw soon niet leefde, indien 't was toegestaan?
|
|