Gedichten (2 delen)
(1991)–Joannes Six van Chandelier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 30]
| |
[28] De schoongheit van Roselles gemoed, booven haar gelaat gepreesen, aan de selve.aant.In ik, myn Liefje, alleen bleef waaren,
Om schoonheit, die op kaakjes blinkt,
En niet om die uw oogh omringht,
Met glansen uit des boesems aaren.
5[regelnummer]
Zoo moght ghe my voor licht verklaaren,
Want sulke liefde rot en stinkt,
Wyl 's lichaams schoonheit daagliks slinkt:
Ik soek met eeuwge deuchd te paaren.
Een schoone ziele spant de kroon,
10[regelnummer]
En maakt het leelykst lichaam schoon.
Dus zal de Goudsmid parlemoeder,
Van buiten schurft, en ongesien,
Nochtans haar goude waarde biên,
Om 's Heemels ingedaauwden voeder.
|
|