Nederduytsche spraakkonst
(1712)–Willem Séwel– Auteursrechtvrijwaarin de gronden der Hollandsche taale naauwkeuriglyk opgedólven, en zelfs voor geringe verstanden, zo ten aanzien der spellinge als bewoordinge, duydelyk aangeweezen zyn
Van de Ga naar voetnoot† Oorsprongkunde.DOor de Oorsprongskunde onderscheydt men de woorden in zekere Ga naar voetnoot* Spraakdeelen, die by de Nederduytschen negen in getal zyn, en genoemd worden een Lédeken (Articulus), Naamwoord (Nomen), Voornaamwoord (Pronomen), Werkwoord, (Verbum), Deelwoord (Participium), Bywoord (Adverbium), tZamenvoegsel (Conjunctio), Voorzetsel (Praepositio), en Tusschenwerpsel (Interjectio). Hiervan zyn de vyf eerste veranderlyk, en de vier laatste meerderdeels onveranderlyk. |