Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 2
(1764)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij
[pagina 111]
| |
Messias de trouwe herder.
| |
[pagina 112]
| |
In rijkbegraasde weiden:
Hij wil me blij,
Aan zachte wat'ren leiden.
Verkwikt mijn ziel door flaaute neêrgezegen,
En leidt mij om zijn' naam in rechte wegen.
II.
Al ging ik in een dal,
Door donk're lommer,
Door dood en ongeval,
Door leed en kommer:
'k Zou kwaad noch straf,
Noch eenig onheil vreezen;
Uw stok, en staf,
Zou mijn vertroosting weezen.
Gij richt voor mij een tafel toe na 't lijden;
Voor 't nijdig oog van die mij fel bestrijden;
III.
De geurigste olij, moet
Mijn hoofd besproeien;
Mijn beker, overvloed
Van wijn doen vloeien.
'k Heb God verbeid;
Hij zal mij 't goede geeven;
Weldadigheid,
Volgt mij door al mijn leven.
Wie zou mij ooit uit zoo veel goeds verdrijven?
'k Zal dagen lang, in 't huis des HEEREN blijven.
|
|