Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 2
(1764)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij
[pagina 102]
| |
De heiligheid van 't geestelijke priesterdom,Ga naar voetnoot*
| |
[pagina 103]
| |
't Goddelijk orakel daar op antwoordende.II.
Hij die oprecht als Sadok leeft,Ga naar voetnoot*
't Verbond naar 't recht wil overleggen.
Wiens heilgeloof naar 't outer streeft;
Die voor bedrog en valsheid beeft,
Wiens hart en mond de waarheid zeggen.
III.
Die zich voor achterklappen hoedt,
En 't snelle tonglid voor 't verhaasten;
Die zijnen vriend geen onrecht doet;
Geen smaadreên opneemt in 't gemoed,
Noch last'rend werpt op zijnen naasten.
| |
[pagina 104]
| |
IV.
Wiens oog verworpenen veracht,
Maar eert wie 's HEEREN vrees verkooren.
Die zich voor 't losse zweeren wacht;
Bezwooren plicht getrouw betracht,
Al had hij tot zijn schâ gezwooren.
V.
Die geld nog goed op woeker geeft,
En de onschuld nimmer laat bezwijken;
Die voor 't geschenk geen oogen heeft.
Al wie dit doet, en daar in leeft,
Zal van Gods heil'gen berg nooit wijken.Ga naar voetnoot*
|
|