Stichtelijke gezangen, in verscheidene gelegenheden gedicht, en met aanmerkingen, tot verstand van eenige stukken uit de H. Schrift, verrijkt. Deel 2(1764)–Rutger Schutte– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Goëls liefdedwang. Op eene nieuwgemaakte Zangwijze. Of: Dan si goadi. I. O wat heerlijk, Wat begeerlijk Zielsvermaak; Nu ik door Gods liefde blaak! 'k Zal beneden, 't Stof vertreeden: Goël is mijn schat en lust; Goël al de grond van rust. II. 'k Voel mij dringen, 'k Voel mij dwingen, Hemelstem, Die mij krachtig noodt tot Hem. Hart en oogen, De aarde ontvloogen, Slaan op 't ondermaansch geen acht, Nu mijn ziel de heilzon wacht. [pagina 39] [p. 39] III. Daar is 't heilig, Daar is 't veilig, Daar is licht: Licht, waar voor het duist're zwigt. Hem te aanschouwen; In 't vertrouwen; Maakt mijn ziel in God bedaard, En 't benevelde opgeklaard. IV. Zijn ontferming, Zijn bescherming, Doet mij staan, In den strijd gemoedigd gaan; Die mijn' Borge, Al de zorge Voor mijn heil, geheel betrouw; Hij 's de rots, die ik behou. Vorige Volgende