XIII. Hooftstuck.
Hoe de Finnen op verscheide wijse Strijden.
HOe wel by de Finnen of Finlanders,Ga naar margenoot+ volken van de Noordse Landen, om hun al te groote wreedheid, op sware straffen, of op Koninklijke straf, geboden is, dat sy t'huis geen wapenen van Oorloog, als Speren, Pijlen, Schigten, Swaarden en Poken tot malkanders verderf en ondergang sullen gebruiken; soo is egter het gebruik van Bertels en Bijlen aan hen toegelaten, om sig in haar Huiselijke noodsakelijkheid te redden, met welke sy ook wonderlijke gebouwen maken. Maar op dat het niet sou schijnen dat sy gebrek van Oorloogs Wapenen hadden, om sig ter bequame tijd van de Moscovitse roovers, die al te na aan hen sijn, te beschermen, soo wederstaan of verdrijven sy d'eerste aanval met slingers, daar sy ysere spiesen mede uitwerpen.
Voorts als sy van naby hand aan hand strijden, soo werpen sy werpsteenen, die aan hun gordels gebonden sijn. Want sy sijn seer sterk van armen, en voornamelijk in 't werpen wel ervaren, ja soodanig dat'er niet een werp vrugteloos gedaan werd.
Sy hebben ook seer lange spiesen van Dennehout, die in de Sonneschijn gedroogt sijn, welker einden sy met Pennen en Nagels scherp maken, waar mede dan de voorsten de Schermutsel, of d'aanval der ligt gewapende Ruiters tegenstaan. Sommige gebruiken koorden, gelijk Netten, die sy met groote kragt uytwerpen, en na sig trekken: want als sy strijd gemeen sijn geworden, soo werpen sy dese Koorden, gelijk strikken, over het hooft der gener, die hen tegenstaan, om de Mannen of Paarden tot sig te trekken. Sommige gebruiken ook Steenen, soo groot als vuisten, die in eenTouw gewonden sijn, 't welk aan een stok van vier ellen lang vast gemaakt is, (vermids sy geen Ysere of Loode Koegels of Ysere ketens hebben) daar mede sy d'armen der Ruiters, en de voeten der Paerden treffen en bedraijen, en dus tot een schigtige val brengen. De selve Finnen hebben ook groote hulp en onderstand van de groote en wreede Honden: want de Paerden der Moscoviters schrikken en vlugten niet minder van hen, dan de Paarden der Persianen van de kemels; vermids dese Honden, na