Waarachtige en Aen-merkens-waardige Historie van Lapland en Finland
(1682)–Johannes Scheffer– AuteursrechtvrijJohannes Scheffer, Waarachtige en Aen-merkens-waardige Historie van Lapland en Finland. Met illustraties van Jan Luyken. Jan ten Hoorn, Amsterdam 1682
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
-
gebruikt exemplaar
exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: KW 184 E 29
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Waarachtige en Aen-merkens-waardige Historie van Lapland en Finland van Johannes Scheffer uit 1682. De illustraties zijn van de hand van Jan Luyken. Er is gebruik gemaakt van een door Stichting Vrijwilligersnetwerk Nederlandse Taal o.l.v. Nicoline van der Sijs en Hans Beelen aangeleverd bestand.
redactionele ingrepen
p. 10: Topenjaur → Torpenjaur: ‘Torpenjaur’.
p. 25: Koningen → Goden: ‘d'Oude Koningen nemen de naem van hare Goden aen’.
p. 15: nier → niet: ‘Dese ordenantie was niet alleen voor de Lappen, maar ook dienstig voor alle de Birkarlen’.
p. 28: lighaaam → lighaam: ‘na datse sig als een lighaam op sig zelfs van d'andere Natie afgezondert hebben’.
p. 32: komen → konnen: ‘want de Lappen van d'eene Provintie, konnen dikwyls d'andere, die in een ander Landschap woonen, niet dan beswaarlyk verstaan’.
p. 43: strek → sterk: ‘en dit is zoo veel als een sterk beest kan dragen.’.
p. 49: waaarom → waarom: ‘De reden waarom zy dese Eet-kamer zoo hoog moeten zetten’.
p. 82: honden → handen: ‘dat de Vrouwen het gevangen Dier niet en mogen naderen, nog met haar handen aanraken’.
p. 90: Skritobius → Skritobins : ‘Skritobins, die hy zegt tegen het Noorden te woonen’.
p. 90: Skritobius → Skritobins: ‘die, welke hy met de naam van Skritobins noemt’.
p. 105: Zee-houds-huid → Zee-honds-huid: ‘welke een breede riem is, van een Zee-honds-huid gesneden’.
p. 108: het foutieve paginanummer 110 is gewijzigd in 108.
p. 109: het foutieve paginanummer 111 is gewijzigd in 109.
p. 110: leugen → leuyen: ‘Het schijnt dat dese doenieten dusdanigen leuyen aart van hare voor ouders de Finnen in geboren is’.
p. 119: bestaaat → bestaat: ‘dit bestaat in een kleen rond en plat gesteente, sijnde een Oostindisch boontjen oft wik gelijk’.
p. 119: opheschort → opgeschort: ‘De toestemming van d'Ouders, als ook het houden van de Bruiloft, is gemeenlijk een ruime tijd opgeschort’.
p. 125: doefheid → droefheid: ‘dat de Bruid groote droefheid betoont, wijl zy weet, datse door verbond gehouden is haar Vader en Moeder te verlaten’.
p. 139: het foutieve paginanummer 239 is gewijzigd in 139.
p. 18: het het → het: ‘Als het gebeurt dat'er weinig overblijven vermenigvuldigen sy wederom in soo korten tijd’.
p. 18: goote → groote: ‘sijnde een vereering van groote waardye, dat selden gesien werd’.
p. 27: Duits- → Duitsland: ‘waar vanse nog een groot gedeelte gansch Duitsland door vervoeren’.
p. 27: Scbool → School: ‘ses uiren van de School die de Lappen Lijksala hieten’.
p. 30: konnnen → konnen: ‘waar door de Beestjes niet konnen steken’.
p. 35: gewonden → gevonden: ‘VII. Hooftstuk.
Van de Minen die in Lapland gevonden werden’.
p. 37: Torpenjaur, was gevonden → Torpenjaur was, gevonden: ‘dese wierde in 't jaar sestien hondert en sestig door sekeren Jonas Pietersen, die tot Torpenjaur was, gevonden’.
p. 37: Sweeese → Sweedse: ‘dertig Sweedse mijlen van de Kerk in de Parochie van Luhla’.
p. 38: vijtig → vijftig: ‘Dese is gevonden in't jaar sestien hondert vijf en vijftig door sekeren Laplander’.
p. 41: Scheevaart → Scheepvaart : ‘dat men op d'einden van de Noordse Bergen Seilsteen vind, waar door de Scheepvaart meest geoefent werd’.
p. 42: Grbriel → Gabriel : ‘gelijk ik gesien heb by den roem-rugtigen Graaf Magnus Gabriel de la Gardie Groot Kamelier van het Sweedse Koninkrijk’.
p. 47: hen → hem: ‘daarom offeren sy hem offerhanden om sijn toorn te bevredigen’.
p. 49: voornaaste → voornaamste: ‘dien met Eilanden besaijt is, welke voornaamste het Scardia is’.
p. 59: eeen → een: ‘dat hun aansigten, als ook die van ander een heel andere gedaante schijnen te krijgen’.
p. 59: alleelei → allerlei: ‘maar selfs ook allerlei soort van Vrouwen en maagden’.
p. 60: schjin → schijn: ‘dese valsche schijn verdrijvende, weer hun vorige gedaante aan te nemen’.
p. 61: opregtigtigheid → opregtigheid: ‘houdende de boersse opregtigheid in meerder agting, dan de vuile winst der Kooplieden’.
p. 65: scuhim → schuim: ‘om dat de golven niet hoog gaan, veel schuim uitwerpen’.
p. 67: Hootstuck → Hooftstuck: ‘X. Hooftstuck.
Van de Bekering der Noord en Oost Finlanders’.
p. 67: traaag → traag: ‘Sy sijn onder elkander vriendelijk en sedig, en traag tot gramschap’.
p. 68: Arngimus → Arngrimus, vermitds → vermidts: ‘Arngrimus dan, door dooling verstrikt, en wanende vrugteloosen arbeid te doen, weerriep het Heir van de Vyand te dooden, vermidts hy meende dat hy door de hooge rotsen, tussen beiden staande, belet wierd’.
p. 69: Vost → Vorst: ‘Beheerscher en groot Vorst van Nederland’.
p. 69: Noodse → Noordse: ‘sonder dat de Vorsten der Noordse Landen sig om soo geringe oorsaken in openbare Oorloog begeven’.
p. 70: Hootstuck → Hooftstuck: ‘XIII. Hooftstuck.
Hoe de Finnen op verscheide wijse Strijden’.
p. 71: Ooorloogen → Oorloogen: ‘alsze in de winter Oorloogen’.
p. 73: beschrij → beschrijving: ‘d'eigenschappen daar van sijn hier voor in de beschrijving van Lapland wijdloopig te lesen’.
p. 75: Ooorsaak → Oorsaak: ‘Oorsaak’.
p. 75: Sagten → Slagten: ‘Slagten van een Rhee’.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (voorplat, binnenkant voorplat, *1v, *2v, t.o. 1, t.o. 26, t.o. 51, t.o. 52, t.o. 65, t.o. 73, t.o. 76, t.o. 79, t.o. 86, 100, t.o. 49, t.o. 56, t.o. 73, t.o. 76, t.o. 87, t.o. 122, t.o. 133, t.o. 143, 52, binnenkant achterplat, achterplat) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[fol. *1r]
Waragtige en Aanmerkenswaardige
HISTORIE
van
LAPLAND en FINLAND.
t'Amsterdam Bij Jan ten Hoorn. 1682
[fol. *2r]
Waarachtige en Aen-merkens-waardige
HISTORIE
Van
LAPLAND:
Ofte een Beschrijving van
Desselfs oorspronk, Landschappen, Geberchten, Gewassen, Gedierten, Metalen, Steenen, Wateren, en voornaemste Geschiedenissen.
Beneffens
Der inwoonderen Zeden, Regeering, Godtsdiensten, Oorlogen, Drachten, Koophandel, Gebouwen, van Tenten, Schepen, Sleden, &c.
Als ook
Van hare Tover-trommelen, en Wind-koopery.
Met noch
Een kort bericht van den Toestand der
FINNEN.
Nieuwelijks uit het Frans van den Heer Scheffer vertaalt.
Met kurieuse kopere Plaaten.
t'AMSTERDAM,
By JAN ten HOORN, Boeckverkooper, over 't Oude Heeren Logement,
1682.