XII. Hooftstuck.
Van de strijden der Finnen tegens de Moskoviters.
GElijk het Vorstendom van den Groot Vorst der Moskoviters seer breed en magtig is, soo vermeerdert en vergroot hy ook de benaming van sijn gebied, gelijk sijn brieven, onlangs door seker Demetrius aan Klemens de sevende overgesonden, in deser voegen betuigen: de groote Heer Basilius, door Gods genade Keiser en beheerscher van geheel Russen, groot Hertoog van Voldemarien, Moskovien, Nieugroden, Plescovien, Smolencien, Issetien, Jugorien, Permien, Verschien, Bolgarien &c. &c. Beheerscher en groot Vorst van Nederland van Nieuwgrode, Cernigovien, Rasanien, Volorchien, Rosetien, Belchien, Roschovien, Saroflavien, Beloserien, Udorien, Obdorien, Condienien, &c. &c. Gegeven in onse Stad Moscou in 't Jaar 1037. Maar de gebuirige volkeren zijn meer over dese groote en breede eernamen verwondert dan sy kragten daar af vreesen, insonderheyd de Finnen, die, dikwijls getergt, niet aflaten sijn magtige eernamen, en ook sijn volken te belagen: dog niet soo gewoonlijk in 't veld (ten waar dat het seer hard Ys maakte) als op de wateren die in veel Vloeden en Meiren verdeelt sijn.Ga naar margenoot+ Maar sy sijn ten meestendeel van weersyde geen andere, dan Roovers, die, uit begeerte van te rooven de strijd aanvangen, sonder dat de Vorsten der Noordse Landen sig om soo geringe oorsaken in openbare Oorloog begeven.