Waarachtige en Aen-merkens-waardige Historie van Lapland en Finland
(1682)–Johannes Scheffer– Auteursrechtvrij
[pagina 110]
| |
XIV. Hooft-stuk.
| |
[pagina 111]
| |
zy wat de gek mede, en geven haar uyt schertsery wat toenamen. De rijkste onder die Natie onthalen de vrienden zeer feestelijk makende daar goede cier mede, willende hier hare blydschap mede te kennen geven, dat haar zulk een eer aangedaan werd. Behalven dese besoekinge,Ga naar margenoot+ hebben zy nog verscheide zoort van Spelen, met welk zy haar konnen vermaken, voornamelijk in de winter, wanneer zy soo verstroit niet en zijn, als des zomers, maar zy vergaderen dan eerder by een, want zy moeten dan op zekere plaatsen by een komen om Justitie te oeffenen, en hare waren te koop te stellen, waar van wy in 't voorgaande genoegzaam gesproken hebben. Sommige spelen sijn gemeen alleenig aan de Mannen en het jonge volkjen; maar d'ander hebben de Mannen met de Vrouwen gemeen. Het spel van de mannen en de jongens is aldus. Zy trekken een linie over de sneeuw, welke zoo veel is als een merk-paal, eenige stappen over dese linie maken zy een doel oft wit;Ga naar margenoot+ dan soo loopt een yder van dit doel na de linie toe, en daar komende geven zy een sprong, zoo ver van de linie af als het mogelijk is; die dan de verste heeft gesprongen, wint het van al d'andere. Want de Lappen sijn zeer ligt van lighaam, en daar toe wel gesteld, springende over eenige waterlopen die agt of negen ellebogen lang sijn. Nog hebben zy een ander spel, dat niet en is om 't verst te springen, maar om het hoogst.Ga naar margenoot+. Twee mannen oft twee jongens lopen van eenig eynd oft merk, dat verre d'een van ander gelegen is, hebbende in haar hand een stok of een koorde, 't zy wat lager oft wat hoger, na dat de spelende met malkanderen hebben opgestemt, welke in 't gemeen zoo hoog sijn als een gemeen man. Dan zoo pogen zy d'een na d'ander om over deze stok te springen, nemende haar loop van een zeker bestemde plaats, die dan het beste kan springen is overwinnaar van alles, sijnde meester van het spel. Haar derde manier van spelen geschied met de boog en pylen;Ga naar margenoot+ op zekere bestemde plaats maken zy eenig doel-wit, alwaar eenige distantie tussen beiden is; die dan het meeste van allen dit doel komt te treffen, is meester en overwinnaar van alle de speel-kameraats. Dit sijn dan zoo de spelen, met welke zy haar tijd doorbrengen, sijnde alleenig maar aangesteld om eer een en naam van glorie te maken. Zy hebben dikwils geschil om het loon oft premie,Ga naar margenoot+ 't welk tussen de speelders is bestemt, 't geen zy in 't midden van de plaats zetten, daar | |
[pagina 114]
| |
se spelen, waar over zy veeltijds krakkelen hebben. Dese premie bestaat zeer zelden in stukken gelds, gelijk men by ons doet, maar is dikwils om vellen, voornamentlijk die van Eekhorentjes, zomtijds om een, en zomwijls om meer, na datse met malkanderen hebben afgesproken. De Vrouwen en Mannen spelen te zamen met een bal die van binnen met hoy gevult is,Ga naar margenoot+ hebbende de groote van een vuist. De gansche menigte zoo der mannen als der vrouwen, verdeelt sig in twee hoopen; d'eene heeft d'eene spatie, en d'ander de andere, stellende tussen beide eenige wijtte. Zijnde dan dus gestelt, zoo slaan zy alle de bal een yder by order d'een na d'ander, 't welk zy met een stok doen, slaande die veer in de logt als zy konnen, dan soo is d'andere party verbonden om die waartenemen en t'ontfangen. De mannen en de vrouwen, de jongens en meisjes, spelen dit spel alle met malkanderen: in welk spul de vrouw al zulke groote basinnen schijnen te sijn als de mannen basen sijn. Met diergelijke ballen hebben zy nog een ander zoort van spelen.Ga naar margenoot+ Zy halen, namelijk, twee linien op de gevroren sneeuw, hebbende een zekere wyde distantie van elkander; vorders verdeelt sig het gezelschap onderscheidentlijk in twee delen van malkander; d'eene party neemt d'eene linie waar, en d'ander d'andere linie. Zy vergaderen dan alle in 't midden tussen de beide linien, alwaar zy de bal na toe werpen, diese met groote kragt met een stok slaan, d'eene party tegens d'andere, en d'andere na de linie van d'andere party. Indien d'eene party met dese stokken oft kolven (want het is daar niet geoorloft de bal met de hand te slaan) slaat op de linie van d'ander, en door dit middel sig meester maakt van de gansche wijtte, die hy waarneemt, die werd dan geagt het spel gewonnen te hebben, en voor overwinnaar verklaart. De spelen waar van ik kome te spreken,Ga naar margenoot+ zoo die welke de mannen alleen eygen sijn, als die welke gemeen sijn met de vrouwen, behoren zoo wel tot jonge perzoonen, als tot die van hoger jaren sijn. Maar daar sijn ook spelen die alleenig tot de mannen van jaren behoren. Want zy hebben een gewoonte van sig in twee hopen te verdeilen, en d'eene tegen d'andere party te Worstelen. D'eene hoop stelt sig op een linie van sijn Frontier, gelijk als een rang van soldaten die in de batalie staan; d'andere order stelt sig op een linie die daar tegen over gemaakt is. | |
[pagina 115]
| |
Een yder van sijn partye vat sijn vyand by de riem;Ga naar margenoot+ want een yder der Lappen draagt een riem, gelijk ik boven getoont heb. Elke riem is twee of drie maals om het lighaam vast gemaakt, diese zeer vast om de lendenen heen sluiten. Dit zoo sijnde, doet een yder sijn best om die gene, welke hy by sijn middel ofte riem heeft gekregen, ter aarde te doen neder vallen. Soo hy dit dan niet door loofheid kon doen, oft eenig bedrog, wetende sijn party een voetjen te ligten, of door diergelijke middelen meer, die verklaart men als een man zonder geloof, en dese werd als een onwaardige gevangen geleid, die niet verdient in eenig spel te komen. Dit sijn dan spelen die de Lappen onder haar besonder hebben,Ga naar margenoot+ maar zy gebruiken nog anderen, diese van vreemde Natien geleert hebben. D'eerste van dese spelen geschiet met kaarten. Waar in Laplanders groot vermaak nemen, sijnde gewoon dese kaarten (wijl zy die zelver niet maken konnen) van de Koopluiden der naast gelegene landen te kopen, welke jaarlijks hare koop-waren in Lapland verhandelen. Dit kaarte spelen is by haar op de zelfde wyse, als by andere volkeren, daar zy dit spel eerst van geleert hebben. De taarling is ook een spel,Ga naar margenoot+ dat de Lappen van haar gebueren ontleent hebben: desen maken zy van hout, even op die wyse als men se by ons van been oft yvoor maakt, dog zomtijds met dit onderscheid, dat de gemeene zoort van taarlingen, op alle hare zyden een geteikent nomber heeft, maar de Lappen hebben maar een zyde geteikent met de letter X. Soo dat de speelders het gewonnen hebben, welke twee taarlingen met de X werpen, sijnde op d'opperste zyde van een der twee steenen. Wanneer se spelen,Ga naar margenoot+ werd 'er gemeenlijk een prijs oft premie voor de speelders gestelt, 't zy van Eekhorentjes-vellen, 't zy van eenige andere dingen die van hoger oft lager waardye sijn. Zy spelen ook met mosket kogels,Ga naar margenoot+ welke zy op de jagt gebruiken. Dit doense zomtijds om de schade diese geleden hebben weder in te halen; maar die aldus sijn kogels verloren heeft, komt daar geen groter moeylijkheid van over, als dat hy op de jagt niet kan gaan, sijnde het door dit verlies als verboden; derhalven moet hy veel van sijn leeftogt derven, wanneer hy sijn voorraad niet kan gaan schieten, en opdoen. De Lappen hebben ook nog de gewoonte van te beproeven wie dat de sterkste onder haar is,Ga naar margenoot+ wie de meeste kragt in de armen heeft; zy vatten malkanderens armen oft vingers. Dit gebeurt dikwils op de | |
[pagina 116]
| |
Jaarmarkten: d'eene zoort van Lappen van 't eene Mark, beproeven d'andere van 't andere Mark; en als 'er dan een de sterkste is onder den hoop, dat werd dan rugtbaar gemaakt over het gansche Mark. |
|