Met en zonder lauwerkrans
(1997)–M.A. Schenkeveld-van der Dussen– Auteursrechtelijk beschermdSchrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850 van Anna Bijns tot Elise van Calcar
[pagina 118]
| |
Geschreven vanuit de gevangenis
| |
Een Testament, gemaeckt by Soetken van den Houte (fragment)In het geestelijk testament, bestemd voor haar kinderen en, in tweede instantie, voor haar geloofsgenoten, benadrukte Soetken herhaaldelijk dat de opgeschreven woorden en haar martelaarsdood dienden te getuigen van de waarheid van haar geloof. Het eenvoudig gestructureerde betoog was zeker niet bedoeld als een leerstellig geschrift: de bijbels geïnspireerde richtlijnen houden Soetkens kinderen, en dus ook de geloofsgemeenschap, in de eerste plaats een bijbels geïnspireerde en op standvastigheid en berusting gesteunde gedragscode voor. | |
Een Testament, gemaeckt by Soetken van den Houte (fragment)Genade, vrede ende bermhertigheid van God den Vader ende van den Here Jezu Christo, wense ik u mijn lieve kinderkens, voor minnelijke groetenisse, David, Betken ende Tanneken, geschreven van uw moeder in banden, ulieden tot een gedenkenisse van der waarheid, alzo ik hope te betuigen met woorden ende metter dood, door die hulpe des alderhoogsten, ulieden tot een exempel. De wijsheid des Heiligen Geests wil u daarin onderwijzen ende sterken opdat gij in die wegen des Heren mocht opgevoed worden, amen. | |
[pagina 119]
| |
Voort mijn lieve kinderkens, en aangezien dat het den Here alzo belieft dat hij mij uit der wereld nemen wil, zo wil ik ulieden een gedenkenisse laten, niet van zilver ofte goud, want zulke juwelen zijn vergankelijk, maar een juweel wilde ik wel in uw herte schrijven, waart mogelijk, hetwelk is dat woord der waarheid. Dat wilde ik u wel een weinig onderwijzen met dat woord des Heren ten bestenGa naar voetnoot1, na die kleine gave die ik van den Here ontvangen hebbe na mijnder simpelheid.
[...]
Och mijn alderliefsten, en wilt van die kastijdinge niet wijken. Die wijze man zei: kastijdt uwen zone die wijle dat er hope toe is.Ga naar voetnoot* Daarom, mijn alderliefsten, en bedroeft u niet als gij gekastijdet wordtGa naar voetnoot** ende en spreekt niet stuurlijk tegens die gene die u strafffen. Een zacht antwoord stilt de gramschap, maar een hard woord verwekt toorn. Als men u stuurlijk aanspreekt, zo leert vriendelijk antwoorden. Zo zult gij van alle mensen bemind worden: want ootmoedigheid ende zachtmoedigheid is beide God ende den mensen aangenaam.Ga naar voetnoot***
[...]
David mijn lieve kind, ik wil u hiermede den Here bevelen. Gij zijt die oudste, leert wijsheid opdat gij uw zusterkens goed exempel geeft ende wacht u van kwade gezelschap ende van achter stratenGa naar voetnoot2 te spelen met de kwade knechten, maar leert zeerGa naar voetnoot3 lezen ende schrijven opdat gij verstandig wordt ende hebt malkanderen lief, zonder twist oft gekijf, maar zijt vriendelijk die één den anderen. Den wijsten zal den slechtsten verdragen ende vermaenen met vriendelijkheid. Den sterken zal metten kranken medelijden hebben ende helpen hem al dat hij kan uit liefden. Den rijken zal den armen bijstand doen uit broederlijke liefde. Die jongste zal den oudsten gehoorzaam zijn in het goede. Vermaant d'één den anderen tot neerstigheid om te werken, opdat gij moogt bemind zijn. Vermaant malkanderen tot goede werken, tot zedigheid, eerbaarheid ende stilheid, draget altijd zorge de ene voor den anderen, want die tijd is zo, dat die liefde verkouden zal. Ja, waart mogelijk, die uitverkoorne zouden verleid worden. Daarom, ziet toe ende leert neerstig de Schrifture onderzoeken opdat gij niet verleid en wordt, maar houdt u altijd aan dat eerste ende tweede gebod. Dat zal u te rechte leren en gelooft niet lichtelijk als men kwaad van een ander zeidt, maar onderzoekt, ende maakt geen beroerte alsmen u beliegt maar verdraget om Christus wille. Hebt uwen vijand lief, ende bidt voor die die kwaad van u zeggen ende die ulieden aandoen maar lijdt liever onrecht dan dat gij een ander onrecht zoudt doen. Lijdt liever verdriet dan dat gij een ander verdriet | |
[pagina 120]
| |
zoudt aandoen; wordt liever versmaad dan dat gij een ander versmaden zoudt; wordt liever belogen dan dat gij een ander beliegen zoudt; laat u liever het uwe benemen dan dat gij een ander het zijne benemen zoudt; wordt liever geslagen dan dat gij een ander slaan zoudt, ende alzo voort. Bron |
|