Met en zonder lauwerkrans

Schrijvende vrouwen uit de vroegmoderne tijd 1550-1850 van Anna Bijns tot Elise van Calcar

[p. 97]

Literatuur

De inleiding berust voor een groot deel op gegevens zoals die zijn neergelegd in de hierop volgende lemma's over vrouwelijke auteurs. Men zie ook de daarbij gevoegde literatuuropgave. Hier zijn alleen de studies opgenomen die ideeën of concrete gegevens voor de inleiding hebben opgeleverd.

Aa, A.J. van der, Nieuw biographisch, anthologisch en critisch woordenboek van Nederlandsche dichters. 3 delen. Amsterdam 1844-1846.

Aa, A.J. van der, Parelen uit de lettervruchten van Nederlandsche dichteressen. Amsterdam 1856.

Andeweg, Agnes en Elma Blom, Literatuurwijzer genderstudies in de Neerlandistiek. Een co-productie van de vakgroepen Vrouwenstudies Letteren & Nederlandse taal- en letterkunde. Utrecht 1995.

Axters, St., Geschiedenis van de vroomheid in de Nederlanden. Deel IV: Na Trente. Antwerpen 1960.

Basse, M. Het aandeel der vrouw in de Nederlandsche letterkunde. 2 delen. Gent 1920-1921.

Begijnen en begijnhoven. Dossier bij de tentoonstelling Begijnen en begijnhoven in Antwerpen en Brabant in het Cultureel Centrum te Diest van 3 september tot 16 oktober en in het Algemeen Rijksarchief te Brussel van 27 oktober tot 17 december 1994. Brussel 1994.

Beilin, Eliane V., Redeeming Eve. Women writers of the English Renaissance. Princeton 1987.

Benson, Pamela Joseph, The invention of the Renaissance woman. The challenge of female independence in the literature and thought of Italy and England. University Park, Pennsylvania 1992.

Beverwijck, Joh. van, Van de wtnementheyt des vrouwelicken geslachts. 2de druk. Dordrecht 1643.

Bidloo, Lambert, Panpoëticon Batavum. Amsterdam 1720.

Booy, E.P. de, Kweekhoven der wijsheid. Basis- en vervolgonderwijs in de steden van de provincie Utrecht van 1580 tot het begin der 19e eeuw. Zutphen 1980.

Bots, J., Tussen Descartes en Darwin. Geloof en natuurwetenschap in de achttiende eeuw in Nederland. Assen 1972.

[p. 98]

Boven, Erica van, Een hoofdstuk apart. ‘Vrouwenromans’ in de literaire kritiek 1898-1930. Amsterdam 1992.

Brinker-Gabler, Gisela (ed.), Deutsche Literatur von Frauen. 2 delen. München 1988.

Broeckaert, J., ‘Elizabeth van den Hove. Nederlandsche dichteres (1666-1751)’. In: Verslagen en Mededeelingen der Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde (1898), p. 459-464.

Buijnsters, P.J. en Leontine Buijnsters-Smets, Bibliografie van Nederlandse school- en kinderboeken 1700-1800. Zwolle 1997.

Buisman, J.W., Tussen vroomheid en verlichting. Een cultuurhistorisch en -sociologisch onderzoek naar enkele aspecten van de Verlichting in Nederland (1755-1810). 2 delen. Zwolle 1992. I.h.b. hoofdstuk IX: ‘De discussie over de positie van de vrouw, 1755-1807’, deel II, p. 343-376.

Buuren, Hanneke van, ‘Vergeten vrouwen in de Nederlandstalige letterkunde: vanaf het begin tot 1700’. In: Chrysallis 6 (1980), p. 4-44.

Coopman, Theophiel en Lodewijk Scharpé, Geschiedenis der Vlaamsche letterkunde. Antwerpen 1910.

Cornelis M., M. Derks, M. Monteiro en J. Strous, Vrome vrouwen. Betekenissen van geloof voor vrouwen in de geschiedenis. Hilversum 1996.

De Seyn-Verhougstraete, H., Onze Vlaamsche dichters van 1830 tot 1905. Aalst 1905.

Deblaere, A., De mystieke schrijfster Maria Petyt (1623-1677). Gent 1962.

Deprez, Ada en Walter Gobbers (ed.), Vlaamse literatuur van de negentiende eeuw. Utrecht 1990.

Dongelmans, Berry, ‘Niet geschikt voor vrouwen. Wat mochten vrouwen lezen in de negentiende eeuw?’ In: Literatuur 13 (1996), p. 326-324.

Donoghue, Emma, Passions between women. British lesbian culture 1668-1801. London 1993.

Duits, Henk, Arie Jan Gelderblom en Mieke B. Smits-Veldt (ed.), Klinkend boeket. Studies over renaissanacesonnetten voor Marijke Spies. Hilversum 1994.

Düringsfeld, Ida von, Von der Schelde bis zur Maas. Das geistige Leben der Vlamingen zeit dem Wiederaufblühen der Literatur. 3 delen. Leipzig 1861.

[p. 99]

Everard, Myriam, Ziel en zinnen. Over liefde en lust tussen vrouwen in de tweede helft van de achttiende eeuw. Groningen 1994.

Faderman, Lilian, Surpassing the love of men. Romantic friendship and love between women from the Renaissance to the present. New York 1981.

Findley S. en E. Hobby, ‘Seventeenth Century women's autobiography’. In: F. Barker e.a. (ed.), 1642: Literature and Power in the Seventeenth Century. (Proceedings of The Essex Conference on the Sociology of Literature July 1980). University of Essex 1981. p. 11-36.

Gelderblom, Arie Jan, ‘Wolff en Deken als liedjes fabriek’. In: idem, Mannen en maagden in Hollands tuin. Utrecht 1991. p. 137-160.

Gelderblom, Arie Jan en Harald Hendrix (ed.), De vrouw in de Renaissance. Amsterdam 1994.

Gemert, Lia van, ‘The power of the weaker vessels: Simon Schama and Johan van Beverwijck on women’. In: Els Kloek e.a. (ed.), Women of the Golden Age. Hilversum 1994. p. 39-50.

Gemert, Lia van, ‘Hiding behind words? Lesbianism in 17th-century Dutch poetry’. In: Thamyris 2 (1995), p. 11-44.

Gemert, Lia van, ‘“Onwederstandelyken drang”: Het vrouwelijk schrijverschap in achttiende-eeuws Nederland’. In: De achttiende eeuw 27 (1995), p. 127-140.

Gemert, Lia van, Norse negers. Oudere letterkunde in 1996. Inaugurele rede. Nijmegen 1996.

Gemert, Lia van en Ans J. Veltman-van den Bos, ‘Schrijfsters in de literaire kritiek tussen 1770 en 1850’. In: Nederlandse letterkunde 2 (1997), p. 258-270.

Greer, Germaine e.a. (ed.), Kissing the rod. An anthology of 17th Century womens' verse. London 1988.

Gunning, M.J., Gewaande rechten. Het denken over vrouwen en gelijkheid van Thomas van Aquino tot de Bataafsche Constitutie. Zwolle 1991.

Haks, Donald, Huwelijk en gezin in Holland in de 17de en 18de eeuw. Assen 1982.

Höweler, H.A., ‘Uit de geschiedenis van het Haagsche dichtgenootschap “Kunstliefde spaart geen vlijt” 1772-1818’. Tijdschrift voor Nederlandse taal- en letterkunde (1937), p. 97-184.

Janssens-Aerts, C., ‘Het geestelijke liedboek in de Zuidelijke Nederlanden (1650-1675)’. In: Ons Geestelijk Erf 38 (1964), p. 337-392.

[p. 100]

Jardine, Lisa, ‘Women humanists: Education for what?’ In: Anthony Grafton en Lisa Jardine (ed.), From humanism to the humanities. Education and the liberal arts in fifteenth- and sixteenth-century Europe. Londen 1986. p. 29-57.

Kelso, Ruth, Doctrine for the Lady of the Renaissance. Urbana, Illinois 1978 (eerste druk 1956).

Kloek, Els, Wie hij zij, man of wijf; vrouwengeschiedenis en de vroegmoderne tijd. Hilversum 1990.

Kloek, Els, ‘De vrouw’. In: H.M. Beliën e.a. (ed.), Gestalten van de Gouden Eeuw; een Hollands groepsportret. Amsterdam 1995. p. 241-279.

Kloek, Els e.a. (ed.), Women of the Golden Age. Hilversum 1994.

Kloek, Joost, Een begrensd vaderland. De roman rond 1800 tussen nationaal karakter en internationale markt. Amsterdam 1997. Inaugurele rede.

Korevaart, Korrie, ‘“En wee de vrouw, die immer hare huishouding verzaekt...”. Vrouwen in de dagbladkritiek’. In: Korrie Korevaart (ed.), Vrouwen in taal en literatuur. Amersfoort/Leuven 1988. p. 82-96.

La femme belge dans la littérature. 1870-1914 - De Belgische vrouw in de letterkunde. 1870-1914. Bruxelles/Antwerpen 1914.

Le livre au féminin. Exposition à la Bibliothèque Royale de Belgique du 13 décembre 1996 au 11 janvier 1997. Bruxelles 1996.

Lerner, Gerda, The creation of feminist consciousness from the Middle Ages to eighteen-seventy. New York/Oxford 1993.

Lieburg, F.A. van, Levens van vromen. Gereformeerd piëtisme in de achttiende eeuw. Kampen 1991.

Lonsdale, Roger (ed.) Eighteenth-century women poets. Oxford/New York 1990.

Maclean, Ian, The Renaissance notion of woman. A study in the fortunes of scholasticism and medical science in European intellectual life. Cambridge 1995 (eerste druk 1980).

Mathijsen, Marita, ‘De maagdelijke pen. Over “Twee vrouwen” uit de negentiende eeuw’. In: De revisor 4 (1977), p. 43-50.

Mathijsen, Marita, ‘Literaire subsidies in de negentiende eeuw?’ In: Nederlandse letterkunde 1 (1996), p. 84-101.

[p. 101]

Meijer, Maaike, ‘Vrouw-en-literatuur’. In: Will van Peer en Katinka Dijkstra (ed.), Sleutelwoorden. Kernbegrippen uit de hedendaagse literatuurwetenschap. Leuven/Apeldoorn 1992. p. 176-187.

Meijer, Maaike, In tekst gevat. Inleiding tot een kritiek van representatie. Amsterdam 1996.

Molhuysen, P.C., P.J. Blok e.a. (ed.), Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. 10 delen. Leiden 1917-1937.

Mommaers, P., Claesinne van Nieuwlant. Samenspraak. Nijmegen 1985.

Monteiro, Marit, Geestelijke maagden. Leven tussen klooster en wereld in Noord-Nederland gedurende de zeventiende eeuw. Hilversum 1996.

Niet, Marco de, ‘De Januskop van de achttiende-eeuwse Nederlandse almanak’. In: Berry Dongelmans e.a. (ed.), Dierbaar magazijn; de bibliotheek van de Maatschappij der Nederlandse letterkunde. Amsterdam 1995. p. 69-82.

Nochlin, Linda, Women, art, and power, and other essays. New York, 1988.

Oostrum, W.R.D. van, ‘Honneur aux dames? J.C. de Lannoy en de heren van KSGV’. In: De nieuwe taalgids 88 (1995), p. 307-321.

Paasman, A.N., Elisabeth Maria Post (1755-1812). Amsterdam 1974.

Pleij, H., 't Is al vrouwenwerk. Refereinen van Anna Bijns. Amsterdam 1987.

Porteman, Karel, ‘Mystieke literatuur in het Zuiden’. In: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (ed.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993. p. 206-211.

Roose, L., Anna Bijns. Een rederijkster uit de Hervormingstijd. Gent 1963.

Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘De vrouwelijke blik. Nederlandse dichteressen van de Gouden Eeuw’. In: Arie Jan Gelderblom en Harald Hendrix (ed.), De vrouw in de Renaissance. Amsterdam 1994. p. 11-27.

Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘Liefdestalen van vrouwelijke auteurs’. In: Literatuur 12 (1995), p. 335-340.

Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘De pedagogisch-normatieve waarde van enkele vrouwenromans in de eerste helft van de negentiende eeuw’. In: M. Bruggeman e.a. (ed.), Mensen van de Nieuwe Tijd. Een liber amicorum voor A.Th. van Deursen. Amsterdam 1996. p. 449-461.

[p. 102]

Schenkeveld-van der Dussen, M.A., ‘De canonieke en de “echte” Anna Roemers Visscher’. In: Nederlandse letterkunde 2 (1997), p. 228-241.

Schenkeveld-van der Dussen, M.A. en Karel Porteman, ‘Door eenen vrouwelijken blik’. In: Dietsche Warande & Belfort 140 (1996), p. 25-36.

Schiesari, J., The gendering of melancholia. Feminism, psychoanalysis, and the symbolics of loss in Renaissance literature. Ithaca/London 1992.

Singeling, C.B.F., Gezellige schrijvers. Aspecten van letterkundige genootschappelijkheid in Nederland, 1750-1800. Amsterdam 1991.

Smit, W.A.P., Kalliope in de Nederlanden. Het renaissancistisch-klassicistische epos van 1550 tot 1850. 2 delen. Assen 1975-1983.

Smits-Veldt, Mieke B., Maria Tesselschade. Leven met talent en vriendschap. Zutphen 1994.

Sneller, A. Agnes, Met man en macht. Analyse en interpretatie van teksten van en over vrouwen in de vroegmoderne tijd. Kampen 1996.

Spies, Marijke, ‘Charlotte de Huybert en het gelijk; de geleerde en de werkende vrouw in de zeventiende eeuw’. In: Literatuur 3 (1986), p. 339-350.

Spies, Marijke, ‘Het vrouwelijk aandeel’. In: M.A. Schenkeveld-van der Dussen (ed.), Nederlandse literatuur, een geschiedenis. Groningen 1993. p. 282-287.

Stamperius, Hannemieke, ‘Vergeten vrouwen in de achttiende en negentiende eeuw’. In: Chrysallis 6 (1980), p. 57-102.

Storme, H. ‘Een Iepers feminist avant-la-lettre: Joos Griettens en zijn Lust-hof vande doorluchtighe ende deughtsame vrauwen (ca. 1633)’. In: Wevend aan het verleden. Liber amicorum O. Mus. Veurne 1992. p. 205-218.

Sury, Charles, Bibliographie féminine belge. Essai de catalogue des ouvrages publiés par les femmes belges de 1830 à 1897. Bruxelles 1898.

Thijs, A.K.L., Van geuzenstad tot katholiek bolwerk. Maatschappelijke betekenis van de Kerk in contrareformatorisch Antwerpen. Turnhout 1990.

Thobokholt, B. Het taal- en dichtlievend genootschap ‘Kunst wordt door arbeid verkreegen’ te Leiden, 1776-1800. Utrecht 1983. Ruygh-bewerp XIV.

Vaeck, M. van, ‘'k Ben mensch, 'k wil oock de reden vieren’. Gedichten van en over vrouwen in het doodschuldenboek (1698-1790) van de rederijkerskamer van de H. Geest te Brugge'. In: Spiegel der Letteren 39 (1997), p. 13-35.

[p. 103]

Vandenbroeck, Paul, Hooglied. De beeldwereld van religieuze vrouwen in de Zuidelijke Nederlanden, vanaf de 13de eeuw. Brussel 1994.

Verbeke H., ‘Het geestelijk liedboek in de Zuidelijke Nederlanden (1675-1725)’. In: Ons Geestelijk Erf 39 (1965), p. 337-393.

Vieu-Kuik H.J. en J. Smeyers, De letterkunde in de achttiende eeuw in Noord en Zuid. (Geschiedenis van de letterkunde der Nederlanden VI). Antwerpen/Amsterdam 1972.

Vlasselaers, Joris, Literair bewustzijn in Vlaanderen 1840-1893. Een codereconstructie. Leuven 1985.

Vries, Jeronimo de, Antwoord op de vraag: Welke zijn de vorderingen, welke is de verachtering der Nederduitsche dichtkunde, gedurende de achttiende eeuw, in vergelijking van vroegere tijdperken. 2 delen. (Werken der Bataafsche Maatschappij van Taal- en Dichtkunde). Amsterdam 1808-1809.

Vroede, M de, ‘Kwezels’ en ‘zusters’. De geestelijke dochters in de Zuidelijke Nederlanden, 17de en 18de eeuw. Brussel 1994.

Vroede, M. de, Religieuses et béguines enseignantes dans les Pays-Bas Méridionaux et la Principauté de Liège aux XVIIe-XVIIIe siècles. Leuven 1996.

Weerdt, Denise De, En de vrouwen? Vrouw, vrouwenbeweging en feminisme in België 1830-1960. Gent 1980.

Wils, L., Vlaanderen, België, Groot-Nederland. Leuven 1994.

Wiesner, Merry E., Women and gender in Early Modern Europe. Cambridge 1993.

Witsen Geysbeek, P.G., Biographisch anthologisch en critisch woordenboek der Nederduitsche dichters. 6 delen. Amsterdam 1821-1827.

Wolzogen Kühr, S.I. von, De Nederlandsche vrouw in de eerste helft der 18e eeuw. Leiden 1914.

Wolzogen Kühr, S.I. von, De Nederlandsche vrouw in de tweede helft der 18e eeuw. Leiden 1920.

Woolf, Virginia, A room of one's own. Harmondsworth 1972 (eerste druk 1928).