zynde (door een konst, die my alleen eygen is) zodanig toebereit, dat de glans en bevalligheit niet alleen het leven verbeelden, maar zelfs overtreffen: want de couleur, vleezigheit, gestalte, en buigzaamheit der ledematen, die in een doodt mensch weggaan, worden hier te gelyk bewaart, en eenigermaten zodanig verbetert, dat het den aanschouwer tot zich lokt en verlustigt. Niemant zou deze zaak geloven, ten ware hy zulks met zyn eyge oogen beschouwde.
Op dat dit werk niet van een korten duurzaamheit wezen zou, hebbe ik alles door myne balsemkonst zodanig toebereit, dat de delen niet alleen vystig jaren, maar zelfs eeuwen onbedurven konnen blyven, 't welk dit werk grotelyks aanpryst. Daar en boven heb ik myn best gedaan, om 't afschuwelyk gezicht der ontlede en afgesnede delen met welgepaste cierzelen zodanig te verbeteren, dat het de ogen niet mishagen, nog enige schrik en walging veroorzaken zal.
Eyndelyk is yder byzonder deel met getallen beschreven, de welke overeenkomen met een naamlyst aangaande deze delen gemaakt, waar in op deze getallen, die yder deel aanwyzen, een klaar en naauwkeurig verhaal gevonden wort.
Derhalven zal een ygelyk, deze verzameling beschouwende, uyt de naamlyst De Ruyschiaansche Ontleetkunde konnen leren, bevryt van alle walglyken arbeydt, morzige handeling, of vuyle stank.
Al wie van deze schat bezitter zal wezen, hy zal die konnen gebruyken, of om zich met de beschouwing van 't maakzel des menschelyken lichaams te vermaken, en op die manier zich zelfs te leren, ofte om in een Hogeschool, alwaar de Jeugt in de Wysgeerte en Geneeskonst onderwezen wort, de ware t' zamenstelling der deelen te vertonen; aldus behoeft men niet op enkele woorden, of gissing, maar op zyn ogen te vertrouwen.
Waarom ook zelfs Koningen, Princen, en Bezorgers van gemene besten, of Hogeschoolen deze verzameling verkregen hebbende, hare Hogescholen daar mede zoude konnen begiftigen, zullende eeuwen lang duren, zo dat het een Cieraat is, en te gelyk een duurzaam en zeer nuttig werktuyg om te onderwyzen.
Terwyl ik nog in 't leven ben, zet ik dit werk, 't welk ik zelfs voltooyt hebbe, nu te koop, op dat ik voor myn doot verzekert ben, dat 'er een volkome gedachtenis van myne vindingen in wezen is: want na myn doot zou zulks niet licht geschieden. Dit Cabinet zal in myn huys te zien zyn voor die genen, dewelke zekere bewyzen hebben, dat ze kopers van 't geheel konnen en willen zyn.