Hoe is 't mogelyk bid ik, dat de Heer J. Jac. Rauw zulks konde zeggen, nadien ik publyk en in syn tegenwoordigheyd eenige reysen 't zelve ten toon gesteld heb, ja ik heb wederom voorgenomen in de eerste ontleding (zo het God den Heere belieft) die by my te verrigten staat, 't zelve lighaam, 't welk nu over de 19 Jaren is gestorven, weder te laten zien in een gestalte, als of het nog leefde.
Niemand zal zulks voor bedrog konnen houden, ten sy door haat of nyd aangedaan zynde, zyn zinnen verhuyst waren; en wat het oppervelleke betreft, namentlyk, dat ik dat van 't lighaam afgeschilt zoude hebben, zulks is ook onwaar, en zoo ik zulks gedaan hadde, zoude men dat voor bedrog houden? maar zoude de jongen daar door ellendig geworden zyn?
Ik ben dikmaals genootzaakt het oppervelleke hier of daar af te haalen, wanneer ik de Zenuw Tepeltjens wil vertoonen, en of de Spieren nog vol bloed zitten, laat ik anderen oordeelen, en dat toegestaan zynde, zoo zoude het nog geen bedriegeryen zyn.
Derhalven zoo den Professor Rau zulks veelmaal heeft gezegt, gelyk de Heer Erndl verhaalt, zoo heeft hy verkeerdelyk van myne zaaken gesprooken, en dat zoo zynde, zoude ik antwoorden, indien hy beter had geleert, zoude hy beter doen.
Bedrog aan te rechten is altoos verfoeyelyk, en zulks betaamt, inzonderheyd gants niet voor een oud Man, wiens dood voor zyne deure staat; en indien de Heer Erndl zulks niet met den druk gemeen gemaakt had, zoo had ik dat ligt in de wind geslagen, en niets daar op geantwoord, maar nu zulks ter persse is gekomen, hebbe ik my moeten verdeedigen.
Dit nu tot myn verdeediging bygebragt zynae, zal ik verders toetreeden tot het vervolg, 't geen ik nog te zeggen heb; namentlyk, in dit negende Cabinet komt ons nog voor een uitgebraakt Diertje, als waare het een kleen hondje, hebbende vier pootjens, een staartje, mondje, tonge, met iets, het geen na een navelstrengetje gelykt, het zelve bewaar ik in een vogt te gelyk met het beurswyze sakske, waar in het, in plaats van een nageboorte, heeft gelegen.
Hier mede beminde Lezer vaart wel; en de Drukfouten, die 'er ingesloopen zyn, verzoek ik, dat gy zult met een goed hart verbeteren.