Voorloper Van het Sesde anatomisch cabinet, Van den Professor Frederik Ruysch,
WAar in aangewesen word, dat geensints den Professor Vieussens, maar ik, de eerste uitvinder van verscheyde nieuwigheden ben, die hy in syn tractaat, 't welk den naam draaght van een Nieuwe stelling der bloetvaten in s' menschen lighaam, heeft laten invloeyen. Na dat ik van nu ontrent over 14 Jaaren uytgevonden hebbe een nieuwe manier van ontleden, prepareren, en vertoonen, waar door de partyen, ja de allerkleenste deeltjens van 's menschen lighaam zeer klaar voor ons gesigt gebragt worden, en zonder welke ik meene, dat zulks te doen, onmogelyk is.
In 't Jaar 1696 heb ik begonnen met het uytgeven van eenige brieven, die my vraags-wyse wierden voorgestelt met hare antwoorden, en daar toe dienende Figuuren; in deselve werden zeer veele nieuwe, en van my uytgevonde zaken verhandelt, nadien ik doenmaals een methode uytgevonden had, waar door de lighaamen der menschen na haar dood, als weder levendig ons voor oogen komen, gelyk van een yder werd getuygt, die my dies wegen dagelyks komen besoeken, en 't zelve komen te zien: onder dewelke ook is geweest den Eerwaardige Heer Papin, doenmaals uyt Oost-Indien gekomen zynde, dewelke op dese myne lighaamen verscheyde Latynse vaarsen maakte, onder dewelke dit in 't Neerduyts overgeset, ook gevonden werd,
Hoogleeraar Ruysch, uw konst, doet 't doode Kind
Herleven, en ons nutte Leering geven,
Ook zonder tong. Het spook dat all' verslind.
Begind dus voor sig selven ook te beeven.