opklom na boven, om daar bevogtigt te werden; zeggende, de lever te zyn een fonteyn van aangename dampen, en dat de Lyfmoeder daarom na de lever klom, op dat zy uyt die fonteyn zoude drinken. Deze beuzelingen overgeslagen zynde, als door haar eyge ongerymtheyd vervallende, zeg ik, dat 'er niets zekerder is, als dat de Lyfmoeder haar zeer sterk beweegt in de baring, en dat alle natuurlyke neyging om te baren, meest van de Lyfmoeder afhangt; welke neyging na het baren niet zelden zoo sterk byblyft, dat de Lyfmoeder haar zelfs omkeerende, uyt het lighaam zakt. In andere Kraamvrouwen heb ik ondervonden, weynig uuren na de verlossing, dat de beweging van de Lyfmoeder zoo evident was, dat de Vroedvrouwen, ja ook zelfs de Kraamvrouwen, my dikmaals hebben gezegt, dat 'er nog een ander kind in de Lyfmoeder nableef. In dit geval, heb ik myn eygen hand op de buyk gelegt, en bevond zoodanige merkelyke beweging, dat my scheen als of myn hand van 't kind voortgedreven wierd: Ja zomtyds verhief zig de Lyfmoeder zoo om hoog, in deze of geene zyde; dat zy buyten het lighaam uytpuylde, en dat met zoo een hardigheyd en gezwel, dat iemand, die niet zeer in deze zaken ervaren was, voor zeker zou gezegt hebben, het hoofd van 't kind te voelen; welke bewegingen ik nogtans aanstonds ook in de andere zyde gevoelde. Nu scheen 't my toe, dat ik de knie, dan de wangen, gevoelde; gelyk als in de zwangere Vrouwen, als de barends tyd voor handen is: maar na dat ik de hand in de Baarmoeder gestoken had, ondervond ik, dat het geen kind, maar wel de Baarmoeder zelfs was.