LIX. Aanmerking.
Het vuur en doorbooring van de vrouwlykheyd [vulva] en endel-darm [intestinum rectum], gelukkig genezen.
In zwaare ongemakken, past het niet een Medicyn, zoo ligt wanhoopig te wezen: want zomtyds geschieden 'er zaaken, welke gy zoud ontkennen dat konde geschieden. Daar worden wysneuzige menschen gevonden, die zig niet schamen aanstonds uyt te schreeuwen, Hy zal niet opkomen: hy zal niet lang leven: de patient moet sterven. &c. Maar indien zy begeerig waren om haar naam en faam te bewaren, zy moesten zekerlyk voorzigtiger zyn in het voorzeggen.
Zekere Bakkers Vrouw alhier, kreeg voor eenige Jaaren door een zwaare arbeyd het vuur in de Lyfmoeder en endel-darm, het welke zoo groot was, dat veele oordeelden, dat de lydersse in 't kort haar leven zoude verlaten. Na de scheyding van 't vuur, wierd van ons bevonden, dat 'er een gat in de scheede was, zoo groot, dat men zeer ligtelyk een okkernoot met haar groene bast omvangen, daar door konde brengen tot in de holte van den endel-darm: waar door aan de darms-vuyligheden gelegentheyd gegeven wierd, omme uyt den regten darm tot de scheede zonder moeyte te doordringen: het welk in diergelyk voorval zeer gemeen is: want de scheede is zoo vast aan de regte of endel-darm, dat het schynt een lighaam te zyn. Derhalven, indien een van die deelen aangedaan werd, blyft de andere niet vry. De Heelmeester, die nevens my de genezing onderwond, bedagt een instrument van een plaatje gemaakt, in de gedaante van een uytgeholde Moerpil [Pessarium], wiens buytenste oppervlakte hy met een vleesmakende medicament besmeert had: 't welk evenwel, volgens de Theorie van de Heelkonst, niet te veragten was: maar wierd nogtans in deze tegenwoordige genezing onnut bevonden, want de Patient konde het niet verdragen. Zoo dat wy met de gemelde medicamenten, uytgenomen de plumaceolen, de opening dier gezegde partyen heb-