X. Aanmerking.
Een omkeering [inversio] der Lyfmoeder door de baaring.
Onder de beklaagelyke ongemakken, welke de Vrouwen onderworpen zyn, bekleed geen de minste plaats de geheele omkeering, of overstolping van de Lyfmoeder, 't welk noyt, als in of aanstonds na de baring geschieden kan.
Zoo dit ongemak niet aanstonds geholpen werd, zal de dood schielyk daar op volgen. My geheugt, dit tweemaal in een week gezien te hebben, en dat 'er geen (indien niet zonder vertoeven een Vroedvrouw haar geholpen had) als de Huysvrouw van een zekere Joode, die dans ontsprongen heeft.
Want gemeenelyk is 'er zoo een toevloed van 't bloed tot de uythangende baarmoeder, dat zy aanstonds ontstoken, verhard, en door de verhindering van 't circuleerende bloed, een versterving aanneemt. In dit ongemak word de geheele baarmoeder overstolpt of omgekeerd van de baring. Het welk niet geschied in een uytzinking van de baarmoeder buyten de baring; want dan word zy niet omgekeert, maar zinkt alleenlyk neder, zoo dat de innerlyke mond van de baarmoeder in 't uyterste van deze uytzinking gezien of gevonden word. In deze voelt of ziet men geen mond van de baarmoeder, gelyk gy ziet in de 12. Figuur.
Dit ongemak ontstaat altemets uyt onkundige Vroedvrouwen, de navelstreng [funiculus umbilicalis] meer als 't behoort na haar trekkende, waar door de baarmoeder komt te volgen.
Zomtyts neemt 't ook zyn oorspronk van de nagebleve naweenen van de baring. In die tyd, als ik nog de baarende Vrouwen bediende, is my eens gebeurt, dat my, als ik een dood kind en moerkoek gehaald had, de daar navolgende lyfmoeder in 't gezigt quam, dewelke aanstonts in haar plaats herstelt, en de beenen, zoo als de konst vereyst, gelegt hebbende, is de Zieke in korte tyd genezen. Dat veeltyts niet alleen de Vroedvrouwen, maar ook