Werken. Deel III
(1934)–Jan van Ruusbroec– Auteursrecht onbekend
[pagina 1]
| |
<Vanden blinckenden steen> of <Vanden vingherlinc> of <Vander volmaectheit der kijnder Gods> | |
[pagina 3]
| |
<Vanden blinckenden steenGa naar voetnoot1)> of <vanden vingherlincGa naar voetnoot2)> of <vander volmaectheit der kijnder godsGa naar voetnoot3)>* Thema van het onderhoud: het volmaakste leven is een synthese van vier elementen. *Die mensche die leven wilt inden volcommensten staet der heiligher kerken, hi moet sijn een eernstachtichGa naar voetnoot4) goet mensche, ende een innichGa naar voetnoot5) gheestelijc mensche, ende een verhaven god-scouwende mensche, ende een uutvloende gheme[e]yneGa naar voetnoot6) mensche. Alse dese viere dinghe vergaderen in eenen mensche, dan es sinen staet volcomen, ende altoes wassende ende toenemende in meer graciën ende in allen doechden ende in kinnessen der waerheit, vote gode ende vore alle redelijcke menschen. |
|