2004
Sociaal realisme
Anil Ramdas
Henry Menckenberg
Erich Zielinski
Anil Ramdas
In 1988 publiceerde Anil Ramdas in zijn doctoraalscriptie De strijd van de dansers een aantal interviews van Curaçaose mannen en vrouwen en hun levensstijl. Hij beschreef de man-vrouw-verhouding, die hij indeelde in het patriarchale vertoog, het gezinsvertoog en het feministische vertoog. Na zijn afstuderen als sociaal-geograaf kreeg hij een NWO-aanstelling om te promoveren. Maar hij kreeg moeilijkheden met de organisatie zodat hij de opdracht terugggaf. Hij ging schrijven voor De Groene Amsterdammer, het NRC-Handelsblad en maakte een aantal radio- en televisieprogramma's voor de VPRO. Boeken als In mijn vaders huis (1993) en ‘Wel de snack maar niet de saus’; een Surinaamse ballade (1995) waren twee resultaten daarvan.
In 1995 verscheen van Anil Ramdas de novelle Het besluit van Mai, die een dubbele migratie tot thema heeft. Een Hindostaans - Surinaamse vrouw trekt met haar gezin van het rijstdistrict Nickerie naar de hoofdstad Paramaribo, en als het daar evenmin goed gaat, vervolgens naar Nederland. Haar man blijkt een zwakkeling te zijn en daarom vraagt ze echtscheiding aan. Met haar vertrek uit de veilige familie en de scheiding heeft ze tradities en taboes over boord gezet. Het verhaal vertelt dat deze vrouw om vier uur in de ochtend buiten een discotheek op haar jongste dochter zit te wachten, die binnen feest viert. Deze heeft een stap gezet die nog verder gaat dan die van de moeder doordat ze zich volledig in Nederland aan wil passen. In het tweede hoofdstuk is het inmiddels vijf uur geworden en Moeder Mai zit nog steeds te wachten. Als haar dochter eindelijk om zes uur naar buiten komt staat Mai's besluit vast. Zoals zij voor zichzelf de vrijheid naar de moderniteit opgeist heeft, zo moet ze ook respecteren dat haar dochter op haar beurt een eigen leven wil en mag leiden. Het gegeven klinkt misschien een beetje novela-achtig, maar het is compleet aanvaardbaar want met liefde en understatenment verwoord. Een mooie novelle voor aandachtige lezers, al blijft Anil Ramdas voorlopig nog belangrijker als essayst dan als romancier, waarvan een pas uitgekomen tweede essay-bundel getuigt.
Na het prachtige De papegaai, de stier en de klimmende bougainvillea (1992) publiceerde Anil Ramdas De beroepsherinneraar en andere verhalen. Het woord ‘verhalen’ is hier eigenlijk een beetje misleidend omdat de 280 pagina's dikke verzameling van alles bevat: inderdaad verhalen, maar vooral essays, beschouwingen, herinneringen aan de jeugd, reisverslagen etc. Maar alle bijdragen zijn zeer persoonlijk en vanuit de observatie van het eigen innerlijk geschreven. Evenals de eerste bundel bevat ook de tweede vijf afdelingen met vijf verschillende thema's, maar het totale aantal opstellen is deze keer veel groter. Anil Ramdas wisselde de uitvoerige behandeling van ‘grote vraagstukken’ in de eerste bundel deze keer in voor een veel beknopter vorm die allerlei kleine zaken verwoordt, die dan aangegrepen worden om er een beschouwing aan te verbinden.
Waar Anil Ramdas in de eerste bundel vooral de rol van verkondiger van ideeën op zich genomen had, is zijn houding gecompliceerder geworden naarmate hij meer in Nederland ‘arriveerde’. Hij relativeert de beschreven onderwerpen nu veel sterker, waardoor hij zich enerzijds kwetsbaarder opstelt, anderzijds juist extra overtuigend overkomt op de lezer.
Beide bundels bewegen zich constant rond het thema van de interculturaliteit. Anil Ramdas vertrok na zijn Surinaamse middelbare school naar Nederland. Nadat hij zijn aanvankelijke plannen om na zijn studie naar zijn vaderland terug te keren opgaf, koos hij er eenduidig voor om in Nederland te blijven en verdedigt hij de Westerse cultuur en haar modernisme die hij kritisch omarmt. Dat wordt hem niet algemeen in dank afgenomen. Onlangs noemde Michiel van Kempen hem dan ook een ‘Surinaamse Naipaul’ - Anil Ramdas zèlf zal dat ongetwijfeld als een compliment dat nauwelijks groter kan opvatten. Het verrassende van Anil Ramdas is dat hij vanuit een grote belezenheid, die vergezeld gaat van een sterke betrokkenheid, allerlei zaken die hij aankaart van diverse kanten in beschouwing neemt, en dan meestal van een net even andere en origineler zijde dan andere schrijvers dat plegen te doen.
Anil Ramdas zélf schrijft dit toe aan zijn status als migrant die de ervaringen van de cultuur vanwaaruit hij is voortgekomen steeds weer kan verbinden met de tweede naderhand verworven cultuur. Het is deze dubbele ervaring die het lezen van Anil Ramdas zo boeiend maakt - of je ze nu verhalen of essays wilt noemen. Mijn voorkeur in de bundel gaat opnieuw uit naar de beschouwingen over enkele individuele literaire werken. Andere lezers zullen vanuit hun interesse waarschijnlijk andere stukken prefereren. Maar dat is normaal. Terwijl de eerste bundel De strijd van de dansers nog volstond met houterige zinnen en wetenschappelijk jargon, heeft Anil Ramdas zich inmiddels een heel precieze stijl eigen gemaakt, die zich gemakkelijk en uiterst vlot laat lezen.
Als ik Anil Ramdas' werk naast dat van de oudere eveneens uit Suriname afkomstige Hugo Pos leg, zie ik overeenkomsten in de nauwkeurigheid waarmee geschreven wordt en het ‘wikken en wegen’ van de beschreven onderwerpen. Hugo Pos is een ‘herinneraar’ bij uitstek! Maar Pos neemt zijn persoonlijke herinneringen tot uitgangspunt, Ramdas beschrijft voornamelijk maatschappelijke issues. Pos is de verteller, Ramdas veel meer de beschouwer. Als ik Anil Ramdas vergelijk met Boeli van Leeuwen's Geniale anarchie waarin ook allerlei maatschappelijke onderwerpen beschreven worden, blijkt - evenals bij Pos - opnieuw het verschil tussen de auteur die verhalen schrijft en de prozaïst die overwegend beschouwend van karakter en stijl is. Boeli is een echte auteur, Anil blijft toch vooreerst een essayïst. Gemeenschappelijk is beider belezenheid, betrokkenheid en zuiverheid van uitgangspunt en oordeel. Anil Ramdas is ook geen V.S. Naipaul, maar hij is wel een heel origineel schrijver die in staat is allerlei Caribische onderwerpen vanuit zijn visie in een heel nieuw en verrassend licht te zetten. En dat is geen kleinigheid!