Jeugdwerk 1884-1892(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Sonnetten. Iaant. Zooals een vorst, die 't glanzend hermelijn Bergt onder poovren werker's dof gewaad, En zoo vermomd, wat tot zijn dienaars gaat Altijd gedenkend aan zijn vorstlijk-zijn, En angstig dat één fout zijn spel verraadt Hen volgt in al: hun taal praat, drinkt hun wijn, Tot hij na 'n wijl 't vermomsel openslaat, Dan zien ze 't prale' in vorstelijke schijn, Zoo leef'k, verhullend 't Hooge Zelf, en ga Eén stap met 't volk en praat naar hunne monden In heimlijk-stil verkneut'ren op wanneer 'k Mijn mantel vallen laat en zie m' als Heer Heersche' over hen en die zich onderstonden Me' een pink te roeren, smeekend om gena. Vorige Volgende