Jeugdwerk 1884-1892
(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermdbron
Henriette Roland Holst-van der Schalk, Jeugdwerk 1884-1892 (ed. Garmt Stuiveling). Meulenhoff, Amsterdam 1969
codering
DBNL-TEI 1
Wijze van coderen: standaard
logboek
-
verantwoording
gebruikt exemplaar
eigen exemplaar dbnl
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Jeugdwerk 1884-1892 van Henriette Roland Holst-van der Schalk, in een editie van Garmt Stuiveling uit 1969.
redactionele ingrepen
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (binnenkant voorplat, 2, 4, 8, 22, 24, 42, 92) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[ voorplat]
Henriëtte Roland Holst-van der Schalk
Jeugdwerk 1884-1892
[pagina 1]
Jeugdwerk 1884-1892
[pagina 3]
Henriëtte Roland Holst-van der Schalk
Jeugdwerk 1884-1892
Met een inleiding en verantwoording door Garmt Stuiveling
Meulenhoff Amsterdam
[pagina 109]
Inhoud
5 | Inleiding |
Eerste reeks | |
9 | De Verwachting |
11 | Ommekeer |
12 | Moedeloosheid |
13 | Sonnet |
14 | De Weeze |
15 | Ontwaakt! |
16 | Licht en donker |
17 | Een Lied van Laura |
18 | Het was een aardig Plekje |
19 | Idealen |
20 | Bij 't Scheiden |
Tweede reeks | |
25 | Wijding |
26 | Verbroken Trouw |
28 | Bij een Portret |
29 | Een Heideliedje |
30 | Regen en Zonneschijn |
32 | Verlangen |
33 | Poésie |
34 | De Stormwind huilt |
36 | Kom, geef voor het laatst mij uwe hand |
37 | Légende |
39 | Je songeais l'autre soir |
40 | Ik had gedroomd |
[pagina 110]
Derde reeks | |
43 | In 's menschen harte |
44 | Lieder: |
i O Sterne, herrliche Sterne | |
45 | ii Es wehen die Fahnen, die Wimpel |
46 | iii Meine Lieder! wie könnt ich der fremden Welt |
47 | Tristesse |
48 | Sonnetten: |
i Ik was een kind en aan het Leven stelde | |
49 | ii Nog ben ik jong en heb nog veel te leeren |
50 | iii Ik droomde dat hij weder voor mij stond |
51 | iv Ik heb een graf gegraven, breed en diep |
52 | Wat gij eenmaal hebt liefgehad |
53 | Lied |
54 | Ik was een kind |
55 | In Memoriam A. Kuenen: |
i Weest allen stil, nu hij is slapen gaan | |
56 | ii Maar U beklaag ik, die hier zijt gebleven |
57 | Sonnetten: |
i Gij Groote die het zelven hebt gezegd | |
58 | ii Ik wilde 't liejste wonen in ùw Huis |
59 | iii Zult ge dan altijd uw Profeten dooden |
60 | iv Na-beving |
61 | v Ik wìl niet meer als vroeger tot U gaan |
62 | vi Gij stapelt uwe schatte' in lichte zalen |
63 | Grauwe Stemming |
64 | Sonnetten-Fragmenten uit ‘Laatste Liefde’: |
i Want mijne ziel lag als een bloemenveld | |
65 | ii In Brussel staat de Sint Godulen Dom |
66 | iii En mijn Leven zal zijn zoete' adoratie |
67 | v En ben ik dan heel droevig uitgesloten |
68 | Avond impressie |
69 | Bevindingen |
70 | Nu vrees niet |
71 | Sonnet (Naar Baudelaire) |
72 | Ik weet heel zeker |
[pagina 111]
73 | Wachtend |
75 | Sonnetten: |
i 'k Ben nu geen vrouw; ik ben nu enkel dichter | |
76 | ii Mijn zielsvolk jubileert in feest-verblij'en |
77 | iii Nu kan ik spreken: 't enge zielekleed |
78 | iv Mijn liefde is groot als weduw-rouwe is |
79 | v 'k Heb Hàar gezocht van d'eerste stonde aan |
80 | vi Gebenedijde' o Gij - Gij die kunt roemen |
81 | vii Oude Droomers |
82 | Sonnetten: |
i Wie durft er zeggen: 't Leve' is goed - en lacht niet? | |
83 | ii Vergeef me' O Leven! Golven van beroering |
84 | aan Mej. A. van Kaathoven |
i 'k Heb gòede plaats in 't hart van een gevonden | |
85 | ii Nu weet zij wel - en heeft mij zóó genomen |
86 | Sonnetten: |
i Zooals een vorst, die 't glanzend hermelijn | |
87 | ii 't Lijkt U zóó weinig - en 't is toch zoo veel |
88 | iii O God, als dìt dan slecht is, en dàt goed |
89 | iv En zoo ik tòch mij-zelf bedrogen heb? |
90 | Sonnet |
91 | Verantwoording |
[pagina 112]
De bundel Jeugdwerk 1884-1892 van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk werd naar aanwijzingen van Joost van de Woestijne gezet uit de letter Bembo, gedrukt door Koninklijke Drukkerij G.J. Thieme nv te Nijmegen en uitgegeven door Meulenhoff Nederland nv te Amsterdam op 24 december 1969, honderd jaar na de geboorte van de dichteres.