| |
| |
| |
3 Het andere handschrift
Gekartonneerd cahier 20,4 h bij 16,4 cm, met gelinieerde bladen. Behalve de tegen het karton geplakte linkerbladzij met de daarop volgende rechterbladzij die tezamen voor de Index werden gebruikt, zijn uitsluitend de rechterpagina's beschreven; zij hebben een nummering in de rechterbovenhoek van 1 t/m 42. Aangezien de tekst weinig doorhalingen of varianten heeft, zijn de hier aanwezige gedichten geen eerste ontwerpen, maar als definitief beschouwde versies, overgeschreven uit eerdere manuscripten. Toch maakt het schrift niet de indruk dat alles achter elkaar is tot stand gekomen; stellig is dat wel het geval met de eerste tien bladzijden, misschien de eerste twintig. Maar ook verderop staan slechts gedichten die in voltooide staat zijn over geschreven. Het cahier moet worden beschouwd als de samenvatting van alles wat de dichteres in een bepaalde tijd als volwaardig erkende. Daarom ook kon zij het aan Verwey ter inzage geven. Wanneer dit precies is gebeurd, staat niet vast. Vanuit Amersfoort, waar Verwey bij de Gorters logeert, schrijft hij op 11 juli 1892 over verzen van haar die hij van Toorop heeft gekregen. Niets wijst erop, dat dit het gekartonneerde cahier betreft; integendeel: de twee versregels die hij een dag later aanhaalt, komen er niet in voor. Het cahier moet hem pas later zijn gegeven, waarschijnlijk in de nazomer of het najaar van 1892.
De notities, door Verwey aangebracht, worden bij de afzonderlijke gedichten vermeld.
| |
In 's menschen harte.
Geschreven op de rechterpagina met het cijfer 1.
vs. 2 Dat moet hij - door de dichteres in haar ouderdom gewijzigd in: dat hij moet |
| |
Lieder
I
Geschreven op rechterpagina 2, bovenste helft.
vs. 6 Schmerz - het hs. had eerst: Smerz, na verbetering evenwel: Scherz |
| |
II
Geschreven op pag. 2 benedenhelft en de bovenstrook van rechterpagina 3.
| |
III
Geschreven op de rest van pag. 3.
vs. 2 Der feindlich kalten - het woord feindlich is boven de regel tussengevoegd; er stond oorspronkelijk: Der Kalten |
vs. 9 von - in het hs. verbeterd uit: vonn |
| |
| |
| |
Tristesse
Geschreven op de bovenste helft van rechterpagina 4.
vs. 1 cruelle - in het hs. verbeterd uit: amère |
Van dit gedicht bestaat ook een oudere versie, gedateerd: Harlem 18 Déc. 88 (zie blz. 39). Het ligt voor de hand te menen, dat de datering daar juister zal zijn dan de hier aanwezige: Oct. 88.
| |
Sonnetten.
I
Geschreven op de benedenhelft van pag. 4, en een klein deel van pag. 5.
| |
II
Geschreven op pag. 5 en een klein deel van pag. 6.
| |
III
Geschreven op de rest van pag. 6.
vs. 12 Liefde - in het hs. verbeterd uit een onduidelijke verschrijving: Liebe (?) |
| |
IV
Geschreven op pag. 7.
vs. 7 wou - in het hs. verbeterd uit: zou |
vs. 11 voel - in het hs. verbeterd uit een verschrijving: voei(?) |
vs. 11 gaan - in het hs. verbeterd uit een onduidelijke verschrijving |
| |
Wat gij eenmaal hebt liefgehad
Geschreven op pag. 7 onder en op pag. 8.
De herhaling van de beginregel als titel komt zo in het hs. voor. Bovenaan pag. 9 zijn acht regels open gelaten; het gedicht heeft blijkbaar een strofe meer geteld, die echter nog geen definitieve vorm had gekregen.
vs. 19 moeden - onder de m is een d weggewerkt |
vs. 22 'n hart - onder de n is waarschijnlijk een d weggewerkt |
| |
Lied
Geschreven op pag. 9 onder een strook wit, en op pag. 10.
| |
Ik was een kind
Geschreven op de benedenstrook van pag. 10, en op pag. 11.
vs. 10 sprak - het hs. heeft: isprak |
| |
In Memoriam A. Kuenen.
Geschreven op de onderste strook van pag. 11 en op pag. 12.
Het romeinse cijfer 1 komt niet voor in het hs. echter wel in de Index.
| |
| |
In dit en in het volgende sonnet heeft de dichteres in haar ouderdom enkele bleek geworden woorden met donkerder inkt opnieuw geschreven, zonder wijziging van de tekst.
Abraham Kuenen (Haarlem 16 sept. 1828-Leiden 10 dec. 1891) sinds 1853 theologisch hoogleraar te Leiden, was een Oudtestamenticus van wereldnaam en een der belangrijkste leiders van het Modernisme.
| |
Sonnetten.
I
Geschreven op de benedenhelft van pag. 13 en het bovengedeelte van pag. 14. Het romeinse cijfer 1 komt niet voor in het hs. echter wel in de Index.
| |
II
Geschreven op de rest van pag. 14.
| |
III
Geschreven op pag. 15.
| |
IV Na-Beving
Geschreven op de benedenstrook van pag. 15 en de bovenhelft van pag. 16. Hoewel dit sonnet in het handschrift onmiddellijk op het vorige volgt, ligt er blijkens de datering vijf weken afstand tussen. In deze vijf weken, en wel midden maart, heeft Henriette van der Schalk met haar vader en met een vriendin een bezoek gebracht aan het atelier van Toorop in Katwijk. De kennismaking met zijn persoonlijkheid en met zijn werk heeft een reeks sonnetten doen ontstaan, die in dit hs. geboekt zijn op pag. 30 t/m 35. De volgorde van de overgeschreven gedichten klopt dus niet met de chronologie van het ontstaan ervan, en zeker niet met de chronologie van de feiten die eraan ten grondslag liggen. De gegevens uit deze gedichten bevestigen de mededelingen in de autobiografie van HRH ‘Het vuur brandde voort’ (blz. 58-59) waar zij zegt dat er op het bezoek aan Toorops atelier een ‘explosie van poëzie volgde’, en dat de cyclus die zij aan Toorop toezond ertoe leidde dat hij deze cyclus aan Verwey ter hand stelde. Ook wanneer men aanneemt, dat de sonnetten voor Toorop ontstaan zijn na een tweede bezoek, op of omstreeks 27 april, verandert er weinig. Uit notities van Toorop (K.B.'s-Gravenhage) blijkt dat hij de sonnetten begin mei in handen had; er is geen reden om eraan te twijfelen dat hij ze ter inzage gaf aan Verwey. Door dit feit is Henriette van der Schalk ertoe gekomen, Verwey nu ook de voor hém geschreven sonnettenreeks mee te delen. In hun wat formele verhouding ligt de emotionele ommekeer in maart-april 1892, de feitelijke in mei.
| |
V
Geschreven op de benedenhelft van pag. 16 en een bovenstrook van pag. 17.
| |
| |
| |
VI
Geschreven op pag. 17 en een smalle bovenstrook van pag. 18.
| |
Grauwe Stemming
Geschreven op pag. 18 en de bovenhelft van pag. 19.
| |
Sonnetten-Fragmenten uit ‘Laatste Liefde’.
Doordat het woord Sonnetten een regel hoger staat dan de rest, kan men het ook op zichzelf als titel zien; dan zou het streepje geen koppelteken wezen maar een gedachtestreepje. Ofschoon in principe niet ondenkbaar, zou dat toch hoogst ongewoon zijn, want na een titel schrijft de dichteres consequent een punt. In haar ouderdom heeft Henriette Roland Holst achter ‘Laatste Liefde’ toegevoegd: = de poëzie.
| |
II
Geschreven op pag. 20.
Na het eerste kwatrijn is een ruimte van zes regels opengelaten voor het tweede kwatrijn, maar dat is blijkbaar nooit voltooid.
| |
III
Geschreven op pag. 21.
Aan de linkerkant van dit gedicht zette Verwey in 1892 een potloodlijn, en midden eronder het cijfer: 1. Na dit sonnet is op pag. 21 en 22 een ruimte open gelaten voor sonnet iv, dat echter ontbreekt.
| |
V
Geschreven op de benedenhelft van pag. 22 en het bovenste gedeelte van pag. 23.
vs. 2 gansche - het hs. heeft: gansch |
vs. 10 'k - in het hs. verbeterd uit: Ik |
Links van de verzen 5-6 staat een potloodstreepje.
| |
Avond impressie
Geschreven op de benedenhelft van pag. 23.
vs. 5 oor - in het hs. verbeterd uit een niet te ontcijferen verschrijving |
vs. 12 zwarte - in het hs. (later?) verbeterd uit: zwarten |
| |
Bevindingen
Geschreven op pag. 24 en de bovenstrook van pag. 25.
vs. 24 En denkt niet - in het hs. verbeterd uit: En morgen weet hij niet |
Mei 92 - Het hs. is hier onvolledig; er staat iets als: Mei 9'. |
| |
| |
| |
Nu vrees niet
Geschreven op pag. 25.
De titel, ontleend aan de eerste versregel, ontbreekt in het hs.
| |
Sonnet. (naar Baudelaire.)
Geschreven op pag. 26.
In het hs. ontbreekt het slothaakje in de titel.
In vs. 1 werd Zij door de dichteres in haar ouderdom veranderd in Hij. Ze ging er niet toe over in vs. 3 de ontbrekende twee lettergrepen in te vullen, maar wel schreef zij op de linkerbladzij een enigszins omgewerkte versie van het gehele sonnet. Daar staat in vs. 3 de term gegiste wél.
| |
Ik weet heel zeker
Geschreven op de benedenstrook van pag. 26, op pag. 27 en de bovenstrook van pag. 28.
vs. 21 meer - in het hs. verbeterd uit: niet (?) |
Links naast de verzen 1-2 een potloodstreepje.
Tussen blad 27 en blad 28 is een blad uitgescheurd, blijkbaar tijdens het schrijven, want er is geen tekstverlies.
| |
Wachtend.
Geschreven op het benedengedeelte van pag. 28 en op pag. 29.
vs. 28 gedrijf - in het hs verbeterd uit iets als: op of de |
vs. 34 zal - dit woord schijnt in het hs. doorgestreept, maar het streepje kan blijkens andere plaatsen een deel zijn van de z. |
| |
Sonnetten
Deze reeks sonnetten moet ontstaan zijn na het bezoek van Henriette van der Schalk aan het atelier van Toorop te Katwijk; dit bezoek vond blijkens de bewaard gebleven correspondentie plaats midden maart, en daarna opnieuw eind april 1892.
| |
| |
II
Geschreven op de benedenstrook van pag. 30 en de bovenhelft van pag. 31.
vs. 6 schouwe' - in het hs. verbeterd uit: schouwen |
vs. 7 stoken - in het hs. verbeterd uit: stooken |
Er staan potloodstrepen links langs de verzen 1, 4-8 en 12-14. Op de linkerbladzijde naast de aanhef noteerde Albert Verwey het cijfer: 2.
| |
| |
| |
III
Geschreven op het benedengedeelte van pag. 31 en de bovenhelft van pag. 32.
| |
IV
Geschreven op de benedenhelft van pag. 32 en een bovengedeelte van 33
vs. 12 grooter - in het hs. staat: groote |
Links naast het cijfer iv plaatste Verwey een kruis in potlood; links naast de eerste strofe het cijfer: 3.
| |
V
Geschreven op pag. 33
vs. 3 'k - in het hs. verbeterd uit: ik |
| |
VI
Geschreven op pag. 34.
Links van vs. 4 staat een potloodstreepje.
| |
VII Oude Droomers.
Links van de verzen 10-11 en 13 zette Verwey een potloodstreep, en links van de tweede strofe het cijfer: 4. Onder dit sonnet schreef de dichteres in haar ouderdom: bij een teekening van Toorop.
Dit gedicht is door Toorop al in mei 1892 gedrukt in de Catalogue de la première exposition annuelle, Anvers Mai-Juin 1892. Aan die tentoonstelling werd deelgenomen door enige Engelse, Franse, Belgische en Nederlandse kunstenaars, éen uit Japan, en éen uit ‘Indes Néerlandaises’, nl. Jan Toorop.
| |
Sonnetten
I
Geschreven op pag. 36.
vs. 8 meengen - in het hs. verbeterd uit: elk |
Op de linkerbladzij de schreef Verwey:
De volgende, en die waarby ik nummertjes gezet heb, te bewaren, om later op terug te komen.
| |
II
Geschreven op de onderste regels van pag. 36, de rest op pag. 37.
Links naast de verzen 3-4, 7-8 en 9-14 staat een potloodstreep.
vs. 3 wolken - in het hs. verbeterd uit: golven |
vs. 8 hoedzaam - dit woord is iets later, en kleiner, op een open plek tussengevoegd |
vs. 8 woord - het hs. heeft: woor |
| |
| |
| |
aan Mej. A. v. Kaathoven
I
Geschreven op de benedenstrook van pag. 37 en de bovenhelft van pag. 38.
| |
II
Geschreven op de benedenhelft van pag. 38 en de bovenstrook van pag. 39.
| |
Sonnetten
De titel Sonnetten ontbreekt in het hs. Alleen uit de nieuwe nummering blijkt, dat het volgende viertal niet behoort bij de voorafgaande twee.
| |
I
Geschreven op de rest van pag. 39
vs. 8 Dan - in het hs. verbeterd uit: En |
vs. 9 'k - in het hs. verbeterd uit: ik |
| |
II
Geschreven op het bovengedeelte van pag. 40
| |
III
Geschreven op de benedenstrook van pag. 40 en de bovenhelft van pag. 41.
vs. 12 wat - in het hs. verbeterd uit: die |
| |
IV
Geschreven op de benedenhelft van pag. 41 en de bovenstrook van pag. 42.
| |
Sonnet
Geschreven op de rest van pag. 42.
De titel Sonnet ontbreekt in het hs.
Naar uit zwarter inkt en vlotter schrift blijkt, is dit sonnet iets later ingeschreven, mogelijk najaar 1892. In de Index, vóor in dit cahier, wordt het niet vermeld. Het zal dus nog niet aanwezig zijn geweest, toen Albert Verwey deze gedichten las.
vs. 12 aanschouwden - het hs. heeft: aanschoude |
Na deze bladzijde is een geheel katerntje bladen weggescheurd; het is niet duidelijk wanneer en door wie. Het vorige sonnet eindigt op de allerlaatste regel van pag. 42, zodat er in de tekst geen verbinding was tussen 42 en 43. De Index eindigt met pag. 41.
|
|