Jeugdwerk 1884-1892
(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 26]
| |
Verbroken Trouw.aant.Zij lagen daar te dweepen en te droomen,
Voor ieders oog verborgen, op het mos,
Wat ruischte 't koeltje zachkens door de boomen!
Hoe heerlijk sloeg de nachtigaal in 't bosch!
Zij spraken van de lang vervloogne jaren
Van wat geschieden zou en was geschied
De toekomst, meenden zij, zou heil slechts baren
Want o! beminden zij elkaar dan niet?
Zij spraken van een eeuwig zalig leven,
Van diepe liefde en onkreukb're trouw.
Het zonlicht speeld' in d' overschaûwde dreven
De hemel was zoo klaar, zoo schoon, zoo blauw.
Een reine traan was aan haar oog ontgleden
Het zijne schitterd' en schoot straal op straal
Toen zwoeren zij elkaar de duurste eeden
Van liefde en trouw, wel duizend, duizend maal.
En zalig droomend, lag hij stil te staren;
Maar zij verhief ras vroolijk weer haar stem;
En jubelnd vlocht z' een krans van groene blâren
En wond ze schalksch om 't edel voorhoofd hem.
Glimlachend boog hij zich tot haar ter neder
: Bemint gij mij? herhaal 't nog eens, herhaal!
-Hoe kunt ge daaraan twijfel'n, vroeg zij teder
En kuste hem wel duizend, duizend maal
| |
[pagina 27]
| |
Zij lagen daar te dweepen en te droomen,
In 't statig woud, een jaar geleden nauw.
En nu? Nog staan de eeuwenoude boomen
Maar ach! verbroken heeft zij d' eed van trouw.
Voltooid: 24e Septem
84 Noordwijk.
|
|