Jeugdwerk 1884-1892
(1969)–Henriette Roland Holst-van der Schalk– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 7]
| |
Eerste reeks | |
[pagina 9]
| |
De Verwachting.aant.Hebt ge heden een brief voor mij, besteller
Een brief van Java's strand?
'k Had van nacht zulke wondre droomen,
Ik hoop zoo, dat hij zou komen,
Zeg, houd ge hem in de hand?
Ik heb heden geen brief voor U, Mejuffer,
Hoezeer 't mij leed ook doet,
Uw droomen hebben U bedrogen
Maar veeg die traantjes uit uw oogen
En houd maar goeden moed.
Is er heden een brief voor mij, besteller?
Het hart slaat mij zoo bang!
Helaas! als men zoo vele nachten
En dagen, altijd door moet wachten,
Dan schijnt de tijd zoo lang!
Er is heden geen brief voor U, Mejuffer,
Geen brief van Java's ree.
Maar maak U toch niet te veel zorgen;
Wie weet! misschien breng ik hem morgen
Wel eindlijk voor U mee!
En zoo ging 't dagen, weken, maanden
En elken dag klonk 't trouw,
Is er heden geen brief voor mij, besteller,
Van 't land, waar de zonne schijnt veel feller,
De lucht is immer blauw?
| |
[pagina 10]
| |
‘Nog niet’, klonk 't antwoord iedren morgen;
Zij zuchtte, en ging heen.
Maar 't schoon gelaat werd bleek en mager,
De tred, zoo ligt, werd traag en trager,
De blos der jeugd verdween.
En eindlijk, op een schoonen morgen,
Daar kwam hij juichend aan:
‘Er is een brief voor U gekomen!
Het scheen, zij had het niet vernomen,
Ten minste niet verstaan.
Dat zij nu juist niet uit moest treden,
Op dezen blijden dag!
Sprak hij en tikte op de ruiten,
Vergeefs... Nog trad zij niet naar buiten.
‘Waar of zij toeven mag?
Maar daar werd 't venster opgeschoven,
En eene stemme riep van boven:
Een brief? Behoudt dien vrij!
Zij stierf van nacht - pas achttien jaren -,
En hare laatste woorden waren,
Is er nog geen brief voor mij?
Juni 84.
|
|