Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– AuteursrechtvrijTe stante virebo.AL is een Christen mensch belast met alle plagen,
Verstoten, en verdruckt, verdreven, en veracht,
Ia levend' in ellend', in iammeringh en klacht,
In duchten, suchten, armoed, kommer, en vol knagen,
In all' d'ellenden diemen oyt ter wereld zaeghen:
Laet nimmer zyn ghemoed tot wantrou zijn gebracht,
Hoe zeer men hem bespot, beginnickt, en belacht,
Maer met een moedich herte all' zijn laste dragen,
En styghen hemelwaerts 't God-vrezende gemoedt,
Met bloeyende gheduldt, hoe zeer luckx-zonne taenden,
Gelijck de klim-op om de pyramide doet,
En opwaerts styghen zal, zo lang heur spits blijft staende:
Want wyl de Waerheyt duurdt van God onz' aller-All,
Onz' zielens glory nimmer oock verwelcken zal.
|
|