Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– AuteursrechtvrijHodie mihi cras tibi.HOe reuckeloos, helaes! de menschen woelend leven,
Hoe zien wy dat staetgier'gheyt aen Eer-zucht zich bint,
En polityck'lijck d'huyck kan hanghen na de windt,
Op dat de werelds staet hun niet en zoud' begheven,
Ia d'alderkloecksten aldergroflijckst' hier in sneven,
Zo datmen nu niet eenen Num' Pompyl en vindt,
Bekroost is nu 't verstandt de menschen werden blindt
Gheblinthockt door de waen: dus zy onreed'lijck sweven,
En tobb'len in onrust des werelds slovery,
Gh'lijck of de werelds-staten eewich zouden dueren.
Maer zeght my, isser yemant voor het sterven vry?
Ach neen! de dood die moet verwacht zijn alle ueren,
Het leven is een damp, een roock, een windt, een schyn,
De sterf-beurt is nu mijn, en morghen is het dyn.
|
|