Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– Auteursrechtvrij
[pagina 367]
| |
Musica serva Dei.O Musica! Goddinn'! hoe Hemels is uw wezen!
De zoetheyt uws geluydts de herten opwaerts treckt,
Tot innerlijcke vreughd de zielen ghy verwreckt,
De Zielens-ziel door u werdt Hemel-waerts gherezen,
Vermits u heyl'ghe aerdt tot heylicheyden wezen
Het geestelijcke oogh, de ydelheyt ghy breckt,
Ten aenzien dat uw' gheest tot heylicheyden streckt,
Swaermoedicheyden uw' gheluyden gantsch ghenezen,
Ghy dartelt inde zielen na uw zoetheydts lust:
Door uw was David voor zijn hooghen Godt ghekomen,
De onrust zijnes herte stelden ghy in rust,
Vermits dat ghy de born zijns ziels had inghenomen:
Die u misbruyckt, helaes, in ydelheyt verzot,
Misdoet u; want ghy zijt een Dienares van Godt.
|
|