Eglentiers poëtens borst-weringh
(1619)–Theodoor Rodenburg– AuteursrechtvrijIngenij largitor venter.MEn zeydt dat nood zoeckt list, de noot die kan uyt vinde
T'gun weelde noyt bedocht, want weelde niet en ziet,
Als op de weeld alleen, zo lang zy weeld' gheniet,
In weeld wy zelden yets vernuftichs onderwinden,
Maer inde nood wy vaecken t'kunstichtste verzinden:
Daer om teelt armoed kunst' twelck door de nood gheschiet,
T'vernuftichtst' vindmen uyt in onluck en verdriet,
Om door verstandt en gheest onluckx bandt te ontbinden,
De heymelyckste kunst de nood ons openbaert:
In menschen niet alleen, maer dieren zulckx bedachten.
Een raven die zich vond' met grooten dorst beswaert
Een water-kruycke vond, doch 't water laeg, maer brachte
Veel steentjens inde kruyck, tot dat het water rees,
Waer door de Raven immer groot vernuft bewees.
|
|