Eglentiers poëtens borst-weringh(1619)–Theodoor Rodenburg– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio ***1r] [fol. ***1r] Lof-dicht Op den Poeetens Borst-vvering Des Edelen, Erentfesten Theodore Rodenbvrgh, Ridder van d Ordre van den Huyze van Borgongie. KOmt Mome nu ten strijdt, wilt u Trompetten blasen, Lost vry het dol geschut, en spout uw vlammen uyt, Ontbreydelt uwe tongh waer meed' ghy rooft en ruyt, Trommelt uw mackers op die haer met logens asen, Die ghy eer hebt verbluft sult ghy niet meer verbasen: Uw prickels zijn verstompt, uw krachteloose kruyt En worpt gheen kloot so sterck, die niet weerom en stuyt, All' uwe schichticheyden zijn maer visevasen. Want in dees Klinck-smits nu de wapens zijn ghesmeet, Niet voor een Oorlochs-man, maer voor een waer Poeët: Niet door een mancken Smit, maer door de kloecke sinnen Eens Ridders: 't wonder, en den Phoenix van ons Landt, Dees borst-weert ons al t'saem, en stellet inden bandt, Momi-stadt (Troyen gh'lijck) die eerst niet was om winnen. Non omnia possumus omnes. Vorige Volgende