Album Joannis Rotarii (Johan Radermacher)
(ca. 1560-1620)–Johan Radermacher (de Oude)– AuteursrechtvrijAd 14. Vivianus' verloofde aant.De identificatie van de verloofde voor wie Vivianus zijn gedicht (fol. 57v) schrijft, levert problemen op omdat nergens een aanknopingspunt te vinden is met Catharine de Malapert, de vrouw met wie Vivianus op 24 mei 1580 in het huwelijk zou treden. Het gedicht is door witregels in drie onderdelen verdeeld. Het eerste onderdeel is een vrije bewerking van een 17-regelig homo-erotisch gedicht uit de Noctes Atticae (XIX, 2, 1) van een anonieme dichter, een vriend van Aulus Gellius (eerste eeuw na Christus). Behalve het metrum (jambische dimeter) ontleent Vivianis ook hele zinsneden aan zijn voorbeeld. Dit Romeinse voorbeeld was op zijn beurt geïnspireerd door een beroemd Grieks tweeregelig epigram over de ziel van de minnaar die bij het kussen zijn lichaam verlaat en in het lichaam van de geliefde terechtkomt. Dit liefdesepigram stond in de zestiende eeuw nog op naam van Plato en is te vinden in de Anthologia Palatina Boek 5, 78. In het tweede onderdeel beschrijft Vivianus het eenvoudige en zedige gedrag van zijn verloofde en in het derde zegt hij dat zij niet alleen een inspiratiebron is voor zijn dichten en denken, maar ook dat hij bij haar geestelijke rust vindt. Om dit gedicht te kunnen waarderen, moet de verloofde in kwestie niet alleen een behoorlijke kennis van het Latijn hebben gehad, maar ook van de klassieke literatuur. Dit is het enige dat we over haar uit het gedicht kunnen afleiden. Het is mogelijk dat deze verloofde tot wie Vivianus zich richt, niet Catharina de Malapert is geweest. In 1572 verwijst Henri d'Oultreman in zijn bijdrage aan het Album amicorum van Vivianus naar diens eerste liefde (‘primus amor’). Deze ‘Delia’ (de naam waarmee Tibullus zijn geliefde Plania aanduidt) noemt hij ‘culta’, dit wil zeggen: ‘ontwikkeld’. Zie hiervoor: Album amicorum van Johannes Vivianus, fol. 14r en v, en onze inleiding bij de elektronische uitgave van het Album J. Rotarii, getiteld ‘Joannes Vivianus (Jean Vivien)’. Maar aangezien Catharina de Malapert in 1572 pas tien jaar oud was, is het niet zo waarschijnlijk dat ze met ‘Delia’ kan worden geïdentificeerd. |
|