Lauwer-stryt(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Beloften in den grondt, Aan Juffr. Cornelia van der Veer. IN Evas Dochters steeekt het nemen, en beloven, By Adams zonen dient een mannelijk verdragh, De parel aan mijn kroon, de glans van mijn gezagh, (Wiens vrouwe-gloor ik hoop geen schen-tong uyt zal doven) Vertrouwt beloften van geschoncke bergh-speloncken, Rondt openhartige Cornelia; niet meer Belooft, en in den til, verstomt mijn GanzeVeer, [pagina 348] [p. 348] d'Aaloutheyt luystert op gekleurde kittelvoncken; Poeëten-voer, ô Maaght! is zeggen, en geen manen, Den onbeschofte speelt een schen-rol eyndeloos, Breyn-vaste, 't maaghde-vat besprenght een Vrouwe-roos, Die mislijck-keurigh is op spreeckende oli-vanen; Zoo zal uw heusheydt haar en my nogh meer vermaken, In maaghde wandt-zieraadt, en vrouwe motscharlaken. J. Bara. Vorige Volgende