Lauwer-stryt
(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer– Auteursrechtvrij
[pagina 349]
| |
Als eerst uw teer geschrey, quam melden dat ghy haast
Door dicht kunst worden souw de praal van d'Amstel volcken.
Uw kinderlijke-wiegh was als Dianas koor
Met heyligh tempel-kruyt, en blom gewas om-weven.
De Susters van Parnas, uw welkomst quamen geven
Met zangh en wieroock-geur, ja d'aardtkloot scheen te beven,
Tot teecken dat uw komst yets wonders bracht te voor:
De treckjens van uw mont, met zwijgent soet gewemel,
Ontdeckten met haar swier Vrouw Junos Majesteyt,
In't op slach van uw oogh blonck Pallas wijs beleyt,
En in uw teerd're borst d'Atheensche schranderheyt,
Al gaaven tot u pronck geregent van den Hemel:
Na dat uw kindts-heydt dees Orakels heeft verbeelt;
Zoo zien wy nu die eeuw, daar selfs uw luyster luystert:
Daar uw gespits vernuft zich aan dees wijsheyt kluystert,
Daar alle weten-schap wort door uw konst verduystert;
En daar d'onsterflijckheydt, u Maros lauw'ren deelt.
| |
[pagina 350]
| |
O dierbaar pronck-juweel, ick groet uw wijse sinnen,
Noch jongh in jaar-ghetal, maar grijs in konst, en dicht;
Waarom Apollo u gewijde Tempels stight,
Op dat uw glory-roem door alle eeuwen licht,
En onverwelckbre lof noch naar uw tijdt soudt winnen.
J. Smidt.
Aenden Amstel den 30 van Ooghstmaandt 1664. |
|