Lauwer-stryt(1665)–Catharina Questiers, Cornelia van der Veer– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Letter-krans, gevlochten op het verjaren van d'eerbre Iuffr. Me-Iuffr. Neeltjen Hoflandt, Den 27. Ian. I664. Amsterdam. WAt krans zal u mijn Veer ter jaarty toe berevden? Terwijl dat Eolus de stranden beukt en slaat Met schuymend pekelnat; en beemd' en frisse weyden, Ja Flooraas open hof zelfs Roos-en-Blomloos staat? Waar door mijn stompe Veer naau derf te voorschijn komen, Dogh wie 't aan maght ontbreekt, die moet zijn wil betomen. Best dat ik op 't geluyt der dichtren aan kom treden; Die elk met maatgezang vast naadren voor uw troon, Terwijl dat Gijsbregts Stadt de Keyzerin der Steden Haar palen verder set door magt van d'Aertse Goon. [pagina 60] [p. 60] Alwaar dat Lachesis u draat quam vast te hegten; En vrou Lucina self uw lede quam t'omvlegten. Mijn offer 't geen u dan mijn veder op komt dragen, En is geen vaarze-trant regt na de konst gesmeet: Apollo was een reys met zijn vergulde waagen Zoo ik Parnasso quam te naadren tot mijn leet, Daar 't heylig Negental u jaarty scheen te vieren; Met bas en keel-gezangh vol overzoete swieren. Zoo moest ik ongetroost van Helikon gaan wijken, Behalven dat een drup van 't gulde hoeve-nat Mijn stompe veder quam toe-vloeyen en verrijcken: 'k Heb egter niet te min haar waardigh aan gevat, Terwijl uw gulle gunst my sterk quam aan te dringen, Om voor uw offer die mijn vaarzen op te zingen. Wel aan dan brave maagt die driemaal nege jaren In 's werelts strijdtbre baan geleeft hebt van die tijdt, Dat u het eerste licht verlichtendt toe quam varen, Den Hemel geef dat gy u lieve moeder zijt Een zuyl, en steun-pilaar, in deez u zoete lenten, Waar daar u sterflijk dan 'tonsterflijk in zal enten. Wanneer gy zult om hoogh in 't Hemels Sion maayen Dat zaat dat gy om laagh in 't aartse hof en lant Door nooyt verwelkbren deugt zoo vlijtigh komt te zaayen: Mijn Veeder wenst geen meer als dat haar vaarze trant [pagina 61] [p. 61] Na zes paar maanden tijts uw jaar-dagh weêr magh groeten, Vaar wel en leef nogh langh geen rampspoet wil u moeten. Ik tragt VEER-der. Cornelia van der Veer. Vorige Volgende