In het Stamboek van Juffr. Me-Juffr. Cornelia van der Veer.
AL wat op aard' met gaven praald',
Al wat by wijsen roem behaaldt,
Moet voor dit breynrijk wonder swichten:
Smeed' al wat prijs behaaldt by een
De Veer haar roem maakt alles kleen,
Gelijk de Zon de minder lichten,
Hoe Veer galmd' d'Echo van deez Veer,
Door rijmkunst aan den top van eer,
Wanneer s' in maat-gezangh uyt dondert:
Dit Stamboek van de Kunst door Veert
Haar wel geschoeyde vaarzen eert,
Waar over elk te regt verwondert.
Was mijn verstandt als 't uw gesmeed,
'k Was tot onsterflijk rijm gereed,
En schreef uw lof in vaste muuren:
Maar laas! mijn Veer is onbequaam,
En meldt alleen uw wonder naam:
Die zelf noch naar uw doodt zal duuren,
U E. Kunstminnende Vriendt:
Johannes Smidt.
In Amsterdam, den 22. van Slachtmaandt 1663.