Beschryving van Oud-Groenland, of eigentlyk van de zoogenaamde Straat Davis
(1746)–Hans Egede Poulsen– Auteursrechtvrij
[pagina 137]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Zestiende hoofdstuk.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 138]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De uitspraak van der Inboorlingen taal, Ga naar margenoot+ is zwaar en moeijelijk om datze zeer ras en in de keel geformeert word. Door het gansche land word een en dezelve taal gesproken, doch de uitspraak verschilt hier en daar, als verscheide dialecten, voornamentlijk in de zuidelijkste gedeeltens of disctricten, daarze veele vreemde woorden die in de Noorsche landen niet in gebruik zijn, overgenomen hebben. Wat aanbelangt de Angekots, of Godgeleerden, dezelve hebben een taal op zich zelben, als zy hunne bezweeringen doen, want als dan bedienen zy zich van verbloemde spreekwijzen, en de woorden in een oneigentlijken zin. Ook heeft de vrouwlijke sexe een afzonderlijke uitspraak, die haar maar alleen eigen is, en van die der mannen verschilt, gebruikende de zachtste letters aan t end der woorden, in plaats van harde, als by voorbeeld Am, voor Ap, dat is Ja. Saving, voor Savik, een Mes. Hunne taal ontbreekt in t algemeene de letters c, d, f, q, x. Daarenboven hebbenze veel dubbelde en onbekende consonanten, t welks oorzaak is, dat veele van hunne woorden niet konnen gespelt worden, zoo als zy ze uitspreken. Voor t overige zijn hunne uitdrukkingen zeer natuurlijk en gemakkelijk en hunne constructien en zamenstellingen der woorden zoo fraai, keurlijk en regulier, dat men zoo veel van zoo een onbeschaafde ongeletterde natie niet zoude verwachten. Hunne taal is zeer woordenrijk, en van zodanigen kracht en nadruk, datmen dikwijls ver- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 139]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
legen staat, om ze in de Deensche overtebrengen, maar ontbreekt daarentegen woorden, om vreemde dingen uit te drukken, die by hen niet in gebruik zijn. Zy hebben een en ook veel-leedige woorden, dat is te zeggen, woorden van maar een sillaab, en woorden van veel sillaben, en de laasten zijn wel de meesten. Hunne woorden zoo wel nomina als verba, zelfstandige naamwoorden en werkwoorden, worden aan t end gebogen, door de terminatien of uitgangen te veranderen, zonder artikelen of partikelen nodig te hebben, als de Grieken en Latynen. De adjectiva volgen steeds de substantiva; doch de possessiva worden by de nomina gevoegt, als de Hebreeuwsche Suffixa of byvoegzels, komende dezelve mede in de buigingen met de Hebreeuwsche overeen. Ook hebben de naamwoorden alleen niet hunne Suffixa, maar de werkwoorden mede. Om de nieuwsgierigheid der Lezers te voldoen, heb ik hier by gevoegt een lijst van sommige woorden, en een staaltje van derzelver zamenvoeging en buigingen.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 140]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 141]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De zamenvoeging der woorden met de pronomina possissiva, of voornaam woorden, die een bezitting te kennen geven, geschied aldus;
De zamenvoeging van dat zelve woord met de byvoegzels by de praeposities, mik en nik, mit en nit, dewelke van mut en nut, dewelke tot en me en ne, dewelke op of tegen beteekenen, geschied aldus; | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 142]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Wat aanbelangt de werkwoorden, dezelve zijn enkel of zamengestelt; daar zijn vijf conjugatien of buigingen, waar by men een zesde van afslaande woorden, verba negativa, zou konnen doen. Zy weeten in t geheel maar van drie tempora of tijden, den tegenwoordigen, voorledenen, en toekomenden, en hebben zes modi of wijzen, naamlijk Indinativus, de aanwijzende, Interrogativus, de vragende, Imperativus, de gebiedende, Permissivus, de toelatende, Conjunctivus, de ondervoegende, en Infinitivus, de onbepaalde.
De voorbeelden van de enkele werdwoorden zijn deze; de eerste 3. Conjugatie of buiging eindigt in kpok, als ermikpok, hy wast zich, aglekpok, hy schrijft, enz. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 143]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De twede gaat uit in rpok, als mattarpok, hy ontkleed zich; aularpok, hy gaat op reis; Ajokarsorpok, hy onderwijst.
De derde eindigt in pok, waar voor een klinkletter komt, als egipok, hy werpt weg; Ingipok, hy zit neder, Akpapok, hy loopt.
De vierde heeft zijn uitgang in ok of vok, als pyok, hy ontfangt, Aglyok, hy groeit, Aflavok, hy bemint.
De uitgang van de vijfde is au, als arsigau, hy gelijkt, angekau, hy is groot, enz.
De zesde conjugatie van de verba negativa gaat uit in ngilak, als ermingilak, hy wascht zich niet, mattengilak, hy ontkleed zich niet, pugilak, hy ontfangt niet; egingilak, hy werpt niet weg, enz.
Buiging van een werkwoord door een doenden perzoon volgens de eerste conjugatie in kpok.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 144]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buiginge van een werkwoord door een lydenden persoon volgens diezelve conjugatie.
Indicativus Presens.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 145]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 146]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Buiging van het verbum Negativum.
De negativa worden op dezelve wijze als de affirmativa door de perzonen gebogen;
Op dezelve manier worden alle de verba gebogen, hebbende de praeterita, verledene tijden en futura toekomende tijden, dezelve byvoegzels als de presentia, of tegenwoordige tijden. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 147]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Aangaande de zamengestelde woorden, verba composita, dient te worden aangemerkt, dat vermids hunne hulpwoorden zeer weinig zijn, zy in derzelver plaats gebruik maken van verscheide particulas, makende dus zamengestelde woorden, zonder dat echter die particulas ooit allen gebruikt worden, of van eenige beteekenis zijn. Door deze zamenvoeging of connexie veranderen de enkele woorden, verba simplicia, hunne conjugatien; by voorbeeld;
I. Als zy willen zeggen, de gewoonte hebben om iets te doen, of dikwyls iets doen, zoo geschied de zamenvoeging aldus, het enkel woord Erminpok, hy wascht zich, word door zamenvoeging gemaakt ermingarace, hy wascht zich dikwyls, of heeft de gewoonte, van zich te wasschen; van Kieavok, hy huilt, Kieillarau, hy huilt dikwyls, en van Aularpok, hy gaat van huis, aulararau, hy gaat dikwyls van huis.
II. Wanneer zy willen zeggen; komen om iets te doen, zoo gaan de woorden dus uit; Ermigiartorpok, hy komt om zich te wasschen; aglegiartorpok, hy komt om te schrijven, en dus in alle andere zamenstellingen.
Edoch daar zijn niet alleen woorden die met eene particula zijn zamengevoegt, maar zomtyds zijn er wel twee, drie of meer particulas by het verbum ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 148]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
voegt, wanneer zy een langen zin willen uitdrukken. Om die reden ondergaan de woorden en particulas oneindig veel veranderingen en verwisselingen, wordende daarvan slechts eenige wortelletters behouden, en de overigen weggeworpen en teenemaal verloren, of voor andere verwisselt. By voorbeeld, Aulisariartora suarpok, hy maakt haast, om uit vischen te gaan; hierin zijn drie werkwoorden zamengevoegt, namelijk, Aulisarpok, hy vischt, Peartorpok, ergens omgaan, en Pinnesuarpok, hy maakt haast. In het woord Aglekkinniarit, tracht gy om beter te schrijven, vind men insgelijks een driedubbele zamenvoeging, voor eerst aglekpok, hy schryft; 2. Pekipok, hy verbetert, en 3. Piniarpok, hy tracht, waarvandaan komt het woord Aglekkinniarpok, hy tracht beter te schrijven, en in imperativus, of gebiedender wyze, Aglekkinniarit, als boven. |
|