§. XXXIV.
Of Moses, volgens 't gevoelen der Mahometaanen, onder het getal der verworpelingen is.
Ga naar voetnoot(b) (DE Heer Reeland had deeze beschuldiging niet moeten stellen onder 't getal der andere, overmits men slegts den Alcoran heeft op te slaan, om aldaar dien Wetgeever der Joodsche Natie gekroont te zien met de alderuiterste loftuitingen. Zelfs kan men zeggen, dat hy in dat Kapittel uitmunt met eenige trekken, die grootsch zyn. Voeg hier by, dat het eene doorgaande stellinge onder de Mahometaanen is, dat Moses een der grootste Profeeten is geweest, welke God ooit den menschen gezonden heeft, en alleenlyk minder dan Jesus, die na hem gekomen is, en dan Mahomet, die, naar hun zeggen, het slot en zeegel aller anderen is. Zie 't uittreksel hier boven, in het Kapittel handelende van Gods Afgezanten.)
Dit niet tegenstaande, zyn 'er twee geringe GriekjesGa naar voetnoot(c) geweest, die 't tegendeel hebben staande gehouden, en beweert hebben dat Mahomet, in zynen Alcoran, Moses had gestelt onder 't getal der Verdoemden.Ga naar voetnoot(d) Wat zullen wy na deezen zeggen van alle die oude Ketters, waar van wy niets anders weeten, dan uit het verhaal van eenen Ireneus of eenen Epiphanius? Wat my aangaat, alvorens over dezelve een beslissend oordeel te vellen, zoude ik wel willen hebben eenige hunner werken, nadien ik, voor zoo veel aangaat het overige, door eene lange ervarendheid weet, dat men de gene, die men geen goed hert toedraagt, altoos beklad van kettery, en dat het afbeeldsel, dat door eene vyandelyke hand gesneeden is, byna doorgaans niet volgens de goede trouw word opgegeven.