zoek, deGa naar voetnoot(a) opweeginge, deGa naar voetnoot(b) scherpe Brug, dat is te zeggen den weg waar over men ten laatsten dage zal moeten gaan: den vyverGa naar voetnoot(c) en deGa naar voetnoot(d) voorbiddinge, het Paradys met deszelfs vermaaken, en de Hel met deszelfs folteringen.
2. Nu moet men weten, dat deeze Profeeten alle bevryd zyn van grove dwaalingen, en van groote zonden, en dat zy alle verknogt zyn aan een en denzelven Godsdienst, namentlyk aan 't Islamdom, dat is te zeggen aan den Godsdienst vanGa naar voetnoot(e) Mahomet, schoon zy verscheidene inzettingen hebben gevolgt. Wyders zyn dezelve de uitverkoorenen uit alle schepselen, hebbende de eere gehad, om met God te spreeken, en om van zynent wegen de bezendingen der Engelen te ontfangen, zynde aan hunnen dienst agtinge en gewigt bygezet, door onwederspreekelyke wonderwerken, die boven, en zelfs tegen den loop der Natuur waren; als by voorbeeld, zommige onder hen hebben de doodenGa naar voetnoot(f) opgewekt, andere hebben gesprooken met de beesten,Ga naar voetnoot(g) met deGa naar voetnoot(h) boomen, en met andere onbezielde zaaken, en zyn van dezelve begroet geweest. Ik gaa voorbyGa naar voetnoot(i) verscheide andere voorregten, waar by gemeene menschen niet konnen reiken.
3. Ook moet men weten, dat God onder dezelve heeft vastgestelt eene zeekere afhankelykheid, ten aanzien van welke den een verhevener is dan den anderen. By voorbeeld, de gene, die van hen de bediening van Afgezant hebben bekleedt, zyn te stellen boven de gene, welke die bediening nooit hebben gehad, van gelyken de gene, dieGa naar voetnoot(k) nieuwe inzettingen en regten hebben verkondigt, zyn ook boven de gene te stellen, die tot zulks nooit zyn gebruikt geweest.
4. Den eersten aller deezer Proseeten is Adam geweest; dog den laatsten en den uitmuntendsten van alle is Mahomet, welken
| |
God begenadige en zyne zegeningen vergunne, gelyk mede aan alle die hem zyn voorgegaan.
Aangaande wyders de schepselen (dat is te zeggen de eerste Leerlingen) des Profeets, den doorlugtigsten van die alle, en die zelfs na aan den rang des Profeeten komt, is Abu-BekerGa naar voetnoot(a) geweest: Na hem volgen Omar, Othman, en Ali.
6. Na deeze vier, volgen in orde deeze eerwaardige Metgezellen van Mahomet, ten getale van zes; te weten, Talcha, Alzobeïr, Saad, Seid, Abdorrachman en Abu-Obeïda, en vervolgens de andere (welke mede verdienen genaamt te worden zyne) Metgezellen.
7. Hier na komen alle de gene, aan welke Mahomet is gezonden geweest, (en die gehoorzaam zyn geweest.) God zeegene den Profeet, en de genade Gods zy over hen allen!
8. Eindlyk volgen alle de gene, die goede werken doen (en welke wy eeren onder den naam van Wyzen, overmits hun leeven bevonden word overeen te komen met hunne Leere.)Ga naar voetnoot(b)
9. Ingevolge zeekere overlevering is het getal der Profeeten twee-honderd-en-vier-en-twintig duizend, en volgens eene andere overlevering, honderd-vier-en-twintig-duizend, dat is byna den helft minder. Onder die hebben 'er drie-honderd en dertien de bedieninge van Afgezanten bekleedt, en alleenlyk zes hebben van 's Hemels wegen aan de menschen nieuwe Inzettingen overgelevert, te wetenGa naar voetnoot(c) Adam, Noach, Abraham, Moses, Jesus enGa naar voetnoot(d) Mahomet.
10. God begunstige den eene en de andere, en overlaade hen met zyne zegeningen!
11. Het is geene volslaagen noodzaaklykheid voor het Geloof, het juiste getal deezer buitengemeene mannen te weten; maar het is noodig die te beminnen; en al wie hen niet bemind, of hen haat, al haatte hy niet meer dan een eenigen derzelver, moet onder de ongeloovigen worden gerekent; en dat meer is, al wie een eenigen deezer Profeeten verwerpt, of de waarheid van deszelfs Profeetië in twyfel trekt, is albereids voor een ongeloovigen gehouden.
ô Onze God, bewaar ons voor ongeloovigheid! |
-
voetnoot(d)
- Kap. V. De Mahometaanen gelooven, dat twee Engelen, Monkir en Nakir, de dooden uit hunne graven zullen opwekken, en hen een nieuw leeven zullen geven: Dat zy dezelve zullen ondervraagen over hun geloof, en over hunne deugd, dat zy de geene zullen straffen, welke zy schuldig bevinden zullen. Dit is 't gevoelen der Sonniten, een Secte die onder hen voor de alderregtzinnigste word gehouden.
-
voetnoot(a)
- Zy gelooven, dat God de goede en kwaade werken zal opwegen, en dat de veroordeeling of vryspreeking deezer werken bepaalt zal worden, volgens 't gewigt 't geen dezelve in de weegschaal zullen uitmaaken.
-
voetnoot(b)
- Dit is eene groote Brug, welke volgens het gevoelen der Musulmannen over
de Helle is, scherper en snydender als een zwaard, en smalder als een hair. De goede en de kwaade moeten te gelyk over dezelve gaan, met dit onderscheid egter, dat de vroome gezond en behouden daar over zullen komen, in plaats dat de andere zullen uitglyden en in de Helle nederstorten. D'Heer Chardin verzeekerd dat deeze scherpe Brug zeer veel invloed heeft op de zeedekunde der Mahometaanen; dat de zelve diend, tot een middel van vertroostinge voor lieden, die verongelykt zyn, en van schrik voor de boozen. Hy verhaald dat veele Persiaanen hem regt handelden, uit vrees voor den overtogt ten laatsten dage. Zie zyne Reizen door Persië, IV. Deel van den Druk in 4to. van 't jaar 1735.
-
voetnoot(c)
- De Fonteine (Piscina) alwaar de regtvaardige zullen drinken na den overtogt over de Brug, en eer dat zy gaan in 't Paradys.
-
voetnoot(d)
- Dat is te zeggen, de voorbiddinge Mahomets voor de gene, die maar ten halven deugdzaam zyn. Zie op Kapit. VI.
-
voetnoot(e)
- De Mahometaanen gelooven vastelyk, dat Abraham, Moses en Jesus-Christus met alle de Profeeten, van den Godsdienst van Mahomet waren. Zie den Alcoran, Surate of Kapit. II.
-
voetnoot(f)
- Volgens den Alcoran Kap. V. v. 110 heeft Jesus-Christus de dooden opgewekt; dog voor hem had zeeker Profeet, genaamt Dulkephel 'er 30000. opgewekt, en na hem wekte Mahomet op de dogter van eenen Oversten der herders, tusschen Mekka en Medina.
-
voetnoot(g)
-
Salomo, zeggen de Mahometaanen, verstond de taale der beesten. Mahomet is in gesprek geweest met eenen Kemel, zig beklaagende over de hardigheid zyns meesters; * Dog dit alles is nog niets in vergelykinge van die schaapen schouder, twelke aan Mahomet te kennen gaf dat zy vergistigt was.
-
voetnoot(h)
- De steenen begroetten ook den Profeet, en de boomen gingen voor hem heenen,
zeggende tot hem, wel moet het u gaan, gy Afgezant van God. Zie den Alcoran, Surat. XXIV.
-
voetnoot(i)
- * D'Heer Reeland spreekt in eene zyner Aanteekeningen van een Salich, die op eenmaal te gelyk uit eenen steen deed komen een Kemel en een kasteel. Wyders zeggen ook de Mahometaanen, dat Salomo wonderbaarlyk eene reis van een maand aflei in eene uure tyds, en dat Jesus-Christus vogeltjes deed gebooren worden uit een weinig slyks. enz.
-
voetnoot(k)
- Om deeze plaats te verstaan moet men weten, dat volgens hun gevoelen, alle de gene die onder de Mahometaansche Profeeten de Godlyke Boekken van God hebben ontfangen, daaromme geenszins instellers zyn van nieuwe inzettingen, gelyk ook alle de gene, die nieuwe inzettingen hebben gegeven, geene Boekken uit den Hemel hebben ontfangen; dog egter zyn 'er geweest, die de eene en de andere deezer gunsten hebben verkreegen. By voorbeeld, zeggen zy, Noach is den insteller geweest van eene nieuwe inzettinge, zonder dat hy egter een Boek heeft ontfangen: Seth heeft 'er ontfangen, en heeft geene nieuwe Wet gemaakt. De 8. Personages die volgen, hebben Godlyke Boekken ontfangen Adam, Seth, Enoch, Abraham, Moses, Jesus, David, en Mahomet, dog van alle deeze zyn 'er alleen vyf geweest, die nieuwe inzettingen hebben ingestelt: te weeten, Adam, Noach, Abraham, Moses, Jesus en Mahomet, die, zeggen zy, alle de voorige Secten door de zyne heeft afgeschaft, als welke de volmaaktste van allen is. Na deeze moet men geenen Profeet, nog geene Profeetië meer wagten.
Voor 't overige, hoe zeer onzen Arabischen Auteur hier spreekt van nieuwe inzettingen, moet men zig egter niet inbeelden, dat hy daar door verstaat onderscheidene Godsdiensten. Hy heeft albereids gezegt, dat den Godsdienst der Profeeten altoos is geweest een en denzelven; door inzettingen moet men verstaan, of zulke zaaken die door andere zyn afgeschaft, of byvoegselen van tyd tot tyd uit den Hemel gezonden, om de openbaaringe te volmaaken; dog welke niet als overtollig zouden zyn na den Alcoran van Mahomet.
-
voetnoot(a)
- * Zoodanig is de Orde, volgens de Turken, de Arabiërs, de Mooren van Africa, en volgens alle de gene, die 't houden met de Sonna: De Persiaanen, Indiaanen enz. stellen Ali onmiddelyk na Mahomet. Omtrent vier eeuwen na hem, begon men Schiiten te noemen de gene, die Ali aanzagen als wettigen navolger des Profeets, en Sonniten de gene, die 't met Abu-Beker hielden. Dog in de verdeelinge des Mahometaandoms in twee Partyschappen, heeft meer Staatkunde ondergeloopen, dan verschil van Godsdienst.
-
voetnoot(b)
- Ik heb by 't Origineel gevoegt deeze laatste woorden, in 't Italiaansch uitgedrukt, overmits het de regte uitlegginge is, welke zy aan het woord Wyze geven. In der daad, die op het alderheerlykst van de deugd spreekt, is, op zyn best genomen, niet als welspreekend; maar die dezelve oeffend, is waarlyk wys. De Mahometaanen schryven deeze hoedanigheden toe aan eenen zeekeren Algazali.
-
voetnoot(c)
- Voor Mahomet zyn 'er Christenen geweest, die Adam hebben gehouden voor eenen Profeet. Zie Epiph. tegen de Ketter. Bladz. 6. * D'Heer Reeland voegd hier by de naamen van verscheide Profeeten, of ten minsten die by de Musulmannen daar voor worden gehouden.
-
voetnoot(d)
-
Jesus, zeggen de Mahometaanen, was de zoon van Maria, eene dogter van Imran, den Israëliter. Hy was een Afgezant Gods des Alderhoogsten, die hem het Boek des Evangeliums uit den Hemel gaf: Ook was by een Wetgever, en noodigde de menschen tot de gehoorzaamheid welke zy aan God verschuldigt zyn. De Jooden hem getragt hebbende ter dood te brengen, wierd by opgenomen in den Hemel. Deeze plaats is uit eene Arabische Tarich, zynde een Manuscript, 't welk den Auteur aan de hand had, toen hy aan dit werk arbeidde. D'Heer Reeland had hier tusschen ingevoegt eene geslagt reekeninge, getrokken uit deeze Tarich, vol van dwaalingen en van misslagen tegen de Tydreekening. Ik gaa insgelyks voorby de valsche afleidingen van het woord Messias enz.
|