Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 6
(1738)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 119]
| |
vrugt voor zyn Volk zal bidden in den grooten dag des onderzoeks, wanneer zig dat Volk zal bevinden in eene bittere neerslagtigheid, en in eene groote elende. Deeze zal de eerste voorbiddinge zyn: Maar op de tweede zal God geheel en al bewoogen wezen, en alle de geloovige Musulmannen zullen overgebragt worden in eenen staat van heerlykheid, terwyl 'er geen een gebed of voorspraak, ten voordeele der andere Natiën, zal worden verhoort. En aanbelangende de grootheid der straffen welke de misdaadigers onder ons, die de geboden des Alcorans hebben overtreeden, zullen hebben te lyden, deeze is aan God alleen bekend, zoo als 'er ook niemand, buiten hem, net weet, hoe langen tyd dezelve zullen duuren, en of dezelve langer of korter zullen zyn, als den tyd des onderzoeks of des oordeels. Dog 't staat aan ons, om 'er de geduurzaamheid van te verkorten door onze goede werken, door onze mildaadigheden, en door alle poogingen te doen, waar toe wy bekwaam zyn, roepende ons zelven voor het oordeel in dit tegenwoordig leeven, met allen mogelyken aandagt onzes geests en onzer zinnen, eer dat onze zonden en misdaaden ons voor den rigterstoel Gods daagen: Overmits hy 't ook is, die ons spaard in zyne barmhertigheid, en ons dat uitstel geeft, om ons in staat te stellen, van tot hem te genaaken door een deugdzaam gedragGa naar voetnoot(a). |
|