VII.
Van den Dag des Oordeels.
Het zevende Artikel en deszelfs voornaamste reedenen: Men moet met het herte gelooven, en voor zeeker houden, dat 'er een Dag des Oordeels zal zyn, op welken God zal gebieden, dat alle Natiën zullen hebben te verschynen op eene plaats, geschikt tot dit groot geding, en wy[d] genoeg uitgestrekt, dat 'er zyne Godlyke Majesteit met luister kan verschynen, en dat deszelfs Vonnissen aldaar van alle konnen werden gehoort. 't Is in die heerlyke en wyd uitgestrekte plaats, dat alle Schepselen, geene uitgezondert, zullen worden vergadert, omtrent op den helderen middag; en alsdan zal God met zynen Profeet, ik meine den welgelukzaaligen Mahomet, en in de tegen woordigheid aller menschen, naar regtmaatigheid en billykheid alle Natiën der aarde in 't algemeen, en een ieder persoon in 't byzonder, oordeelen. Hier toe zal aan een ieder van ons gegeven worden een Boek of Naamrolle zyner eigene werken; aan de goede op dusdanige wyze, dat zy die zullen ontfangen in-, en houden met de regter hand, en aan de kwaade in deezer voegen, dat zy die zullen ontfangen in-, en houden met de slinkerhandGa naar voetnoot(b).... Aangaande nu de geduurzaamheid deezes dags; die dag zal zoo lang duuren, als de tegen woordige eeuw. Dat zal een dag van zugtingen en van smerten zyn, een dag van verdriet en van benauwdheid; op welken den beeker der Kwellingen en der Plaagen tot den droessem toe zal moeten gedronken worden. Dog dit zullen inzonderheid ondervinden de Godloozen en de verkeerden; alles zal hen denkbeelden van rouwe en van droefheid voor oogen stellen; alles zal hen als tot Aloë en bitterheid verstrekken: Niet het alderminste oogenblik rust zullen zy verwerven; niets aangenaams
zullen zy zien; geene stemme, die hen vermaak aandoedt, zullen zy hooren; hunne oogen zullen niets aanschouwen, dan de straffen der Helle; hunne ooren zullen niets hooren, dan het geschreeuw en het gehuil derGa naar voetnoot(c) Duivelen, en hunne verschrikte inbeeldingen zullen hen niets anders voor oogen doen zweeven, dan naare spooken en ysselyke folteringen.