Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 6

VI.
Van de toekomende Opstanding.

Hetzesde Artikel en deszelfs voornaamste reedenen: Men moet met het herte gelooven, en voor zeeker houden, dat God, voor alle andere dingen, na de algemeene vernietiging van 't geheel-Al, 't eerst in den Hemelzal opwekken den Engel des Doods, en vervolgens weder verwekken alle de zielen, en dezelve iedere met haar eigen

[p. 118]

lichaam vereenigen; wel te verstaan egter, dat de eene zullen zyn geschikt tot de heerlykheid, en de andere tot de helle. Dog die 't eerst op de aarde door God zal worden opgewekt, zal onzen welgelukzaaligen Profeet Mahomet zyn. Aangaande de aarde zelve, die zal zig aan alle zyden openen, in een punt des tyds verandert worden, en door het bevel Gods zal 'er van alle kanten het^(a) vuur in slaan, 't geen tot aan de uiterste einden zal voortloopen..... Alsdan zal God eene groote, vlakke, en wyd uitgestrekte plaatse bereiden, ten einde, om te konnen bevatten alle schepselen, opgeroepen om rekenschap te geven van hun voorgaande gedrag. Laat dit plegtig oordeel, dat het laatste en het onwederroepelyk vonnis zal wezen, ons ook wakker maaken uit onze zorgloosheid; want aan niets, dat geschaapen is, zal genaade geschieden. Alle ziele zal aldaar geoordeelt worden volgens een en het zelve rigtsnoer, en zonder aanneminge des persoons.

(a) Art. VI. Ook dit is uitgeschreeven uit de Heilige Bladeren, en onder anderen uit het III de Kapit. van den tweeden Brief des Heiligen Petrus vers 8. en volg. Aangaande dat hy daar by voegd, dat God ons alle zal oordeelen, zonder aanneminge des Persoons, en nopende het zeedelyk gevolg dat hy daar uit trekt, dat is al mede genomen uit dien zelven Heiligen Schryver; 't welk my hoe langer hoe meer bevestigd in myn gevoelen, dat namentlyk dit het werk is eens Verloochenden, die (menschelyker wyze gesprooken) nog een sot, nog een slegt Prediker, is geweest.