Ga naar voetnoot(a) Geloofs-belydenis der Mahometaanen, ofGa naar voetnoot(b) Verhandeling
Nopende de Artikelen, welke elk Mahometaan gehouden is aan te nemen en te gelooven, om een goed Musulman te zyn.
I.
Van het Aanweezen Gods.
DE Artikelen onzes Geloofs, welke elk goed Musulman gehouden is te gelooven, en met eene volle verzeekering aan te nemen, zyn XIII in getal: waar van het eerste en het voornaamste is:
Met het herte te gelooven, met den mond te belyden, en met eenen vryen en standvastigen wille te bevestigen, dat 'er maar een God is, Heer en Bestierder van het geheel-Al. Die alles uit niet heeft geschaapen; in welken geen beeld nog gelykenisse is; die niemand, wie het ook zy, heeft voortgeteelt, gelyk ook hy zelf van niemand voortgeteelt is. 't Is dees Heer en Opperheerscher aller dingen, welken wy, die Musulmannen zyn, moeten aanbidden en dienen. Dat dan overzulks niemand van dit Artikel afgaa; maar dat een ieder het zelve graveere in het binnenste zyns herten; want het is zeeker en gewis.