Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 6
(1738)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij§ VIII.
| |
[pagina 89]
| |
noodig is, zig in den Mahometaanschen Godsdienst te oeffenen, onder voorgeeven, dat wy, zoo als zy zeggen, niet veel omgang hebben met de Mahometaanen. Ik bekenGa naar voetnoot(a) dat wy hen zoo naby niet zyn, als de R.C. en andere Secten der Christenheid, en ik voeg 'er by, dat ik niet begeer dat men zig uitlegge om Mahomet te wederleggen, voor en boven de tegenpartyders die midden onder ons zyn, of met welke wy geduuriglyk te doen hebben. Zoo men myne gedagten aldus uitlei, zou men zig zelven zeer bedriegen, en my ongelyk doen: Dog, wel verre van te konnen zeggen, dat wy geenen omgang hebben met de Mahometaanen, hebben wy zaaken van groot gewigt met hen te verhandelen te Constantinopolen, op de grenssen van Hungarië, voor zoo verre het onder 't Mahometaandom is, in het Turksche Keizerryk, op de kusten van Africa, in Syrië, in Persië, in de Oost-Indiën; alwaar onze Volk-plantingen zyn, en in de Steeden, waar in wy, uit hoofde onzes koophandels, verkeeren, in welke alle een onnoemlyk getal Musulmannen zig ophouden. Voor de rest, welke kwaade gevolgen kan men niet trekken uit deeze gewaande onnoodzaakelykheid van zig te oeffenen in valsche gevoelens? Daar door verklaard men den oorlog aan de Letter-oeffeningen, en men verdelgd de Wetenschappen. Al wie zig wil toeleggen, op het doorgronden van diepzinnige, en voor het begrip van het gemeen afgetrokke zaaken, hoedanige zyn Taalen en gewoontens der oude volkeren, of der hedendaagsche Natiën verre van ons af gelegen, zal wel haast Berispers vinden, die hem zullen veroordeelen, hem, en te gelyk zynen arbeid; hem voorwerpende, dat zyn arbeid onnut is, en dit word, myns bedunkens, genaamt, de luiden van buitenspoorigheid beschuldigen. Dog redeneringen van dien aard konnen van geene luiden van verstand voortkomen, als welke door hun leeven en daaden betoonen, dat zy geleert hebben de zaaken naar derzelver regte waarde te schatten, en de aldergewigtigste van de minst aangelegenste te scheiden; en welke zig vervolgens toeleggen op de eene en op de andere, naar maate van derzelver waardy.Ga naar voetnoot(b) Dog hoe dit ook zy, ik zal 'er niet langer op blyven staan, en het zal genoeg zyn te zeggen, dat by aldien de Berispers onzer Letter-oeffeningen zelve, zig niet wilden uitleggen als op het noodzaakelyke, men wel haast de gedaante des Christendoms zoude zien verandert, en dat, in plaats dat het zelve ontdaan is van zynen glans door twist en valsche fynigheden, enz. waar toe zeer veel bybrengt de weinige zorge welke men draagt, om de zaakelyke dingen te scheiden, van de gene die niet veel om 't lyf hebben, het zeekerlyk eerlang zyne voorige waardigheid zoude weder krygen. Maar onze Berispers bevinden zig zelven niet in zoodanige gesteltheidGa naar voetnoot(c); zy willen liever eens anders arbeid bekladden. Vragen wy hen dan met meer regt, welk dog het nut is van hunnen flaauwen en vrugteloozen ommegang, waar mede zy hun leeven doorbrengen? Vragen wy hen daarenboven, of zy gelooven dat de staats-zorgen, de gerustheid des leevens, en die van den Burgerstaat, de beweegingen die zy maaken om eene bedieninge in de Kerk of op het hoogeschool te verkrygen, alleen noodzaakelyke zaaken zyn; en voornaamentlyk de laatste, welke men onder de onnoodige zoude konnen reekenen, wanneer men daar alleen van oordeelde uit hoofde van de inzigten, waar uit naar dezelve zoo meenigmaalen word gestaan? Zoo dit wat te hard schynt, laat het ons dan ten minsten vry staan te zeggen, dat men daar geen wettig gebruik van maakt, wanneer men met dezelve niet anders beoogd als eenen iedelen naam en 't vergenoegen om zig te vertoonen. Aldus is het, dat wy niet dan al te veel luiden hebben, die geen genoegen nemen, als met dit noodzaakelyke. Zulke luiden staat het vry, zig niet te vermoeyen over het Mahometaandom, en onophoudlyk te herhaalen, dat men zonder zulks wel zaalig kan worden. Ik schei van dit Artikel af, hen biddende, om de liefde van hen zelven, zig te willen gedragen volgens hunne beginselen, en hunnen tyd niet te besteeden, als aan zaaken noodig t' hunner zaaligheid, en van gelyken, zig niet te bemoeyen met de onnoodige, of met zulke, die daar tegen aanloopen. | |
[pagina 90]
| |
Wat my aangaat, verre van te gelooven, dat het onderzoek en de kennisse van het Mahometaandom onnutte zaaken zyn, geloof ik in tegendeel, dat zulks dienstig kan zyn, om in onze herten op te wekken dankbaarheid aan God, wanneer wy deezen Godsdienst, beleeden door menschen, welke uitmuntende zeedelyke deugden, en die zoo weinig gemeen zyn onder de Christenen, bezitten, door dwaalingen zien bezwagtelen. Wy moeten, zeg ik, God danken over zyne genaade: Want wat is 'er in ons, 't geen ons heeft doen verkiezen boven zoo veele duizenden van menschen, die niet min waardig zyn, als wy? |
|