Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 6
(1738)–Bernard Picart– Auteursrechtvrij
[pagina 141]
| |
Vyfde verhandeling
| |
[pagina 142]
| |
Mirakelen van die soort moesten noodwendig miraculeuze gevolgen hebben. DaarGa naar margenoot+ kwam een Bergere de Cret of Herderinne van Cret voor den dag. Deze geringe Dauphineesche vrouwspersoon hadt 15 of 16 jaren bereikt, toen hare verrukkingen en gezichten aanvang namen. M. Jurieu, die zelv reets hadt begonnenGa naar voetnoot(a) de gave der Profetie te verkrygen,Ga naar voetnoot(b) verhaalt in 't brede de manier waar op die Profetesse haare toehoorders onderwees en vertrooste. Hy heeft ook niet verzuimt ons te berichten, dat de onderwyzingen der Herderinne waren zonder methode en buiten de gewone regelen....waar door derzelver godlyk caracter des te klaar der uitblonk, behalven dat de geinspireerden doorgaans in hunne schriften en redenvoeringen de menschelyke methode niet gevolgt hebben. Uit een eenige uitdrukking zullen wy konnen zien hoe die profetische geest geschikt was naar den staat der Boerinne, en by gevolg ook het onderscheit tusschen den ouden en nieuwen proseetischen geest. Zy noemde de bekeerders van haren tyd kooplieden enGa naar margenoot+ breyers van zielen. Verdiende dit vergeleken te worden by het verhevene der oude Profeeten? en was zulk eene vergelyking niet tot kleinachting van het caracter der Profetie? Evenwel geschiedde dit, doch met weinig oordeel, door M. Jurieu, en verscheidene onlangs gevluchte Predikers, die hem daar in navolgden. De voorzeggingen van die slechte Herderin waren bestempelt met een kenteken van waarheit, eveneens als dat 't welk de Profetische Prediker, haren voorstander, heeft doen blyken van zyne voorzeggingen in de drie Boeken van zyn Accomplissement des propheties. Ga naar margenoot+ De besmetting der dweepery breidde zich meer en meer uit in het Dauphiné, en sloeg over tot de Vivarets. Men zag toen gantsche benden van jonge Profeeten opstaan, meest alle kinderen, zegt men, en onbekwaam tot bedrog, dewyl zy alle even eenvoudig en dom waren. 'T is byna waarschynelyk, dat de propagatie derGa naar margenoot+ profetie onder een gedeelte van die landlieden geschiedde op gelyke wyze als P. MalebrancheGa naar voetnoot(c) ons die der tovery en der waarzeggers zo geestig beschryft.Ga naar voetnoot(d) Wat 'er van zy; in plaats dat de geest der profetie onze geesten schynt te moeten opwekken en verlevendigen, dezelve vuuriger te maken, en als te verfynen, om zo te spreken, opdat zy zich ten Hemel verheffen, en zich gestadig boven het stoffelyke houden; in plaats van in de uitdrukkingen der geïnspireerden te doen doorstralen die wonderbare wanorder welke de Ouden genaamt hebben de taal der Goden, en waar door men meenigmaal de Poëeten met de Profeeten heeft gelyk gestelt; gaf men voor, dat de verrukkingen der Profeeten van 't Dauphiné alleen in een soort van ongevoeligheid bestonden. Indien deze ongevoeligheit een uitwerksel dier verrukkingen was, zou men zulks niet beter kunnen vergelyken dan by 't geen onzen slaap voorgaat, of by 't geen men na een grote verspilling van dierlyke geesten ontwaar wordt, wanneer men nog wel denken, doch maar ten halven spreken kan. Andere hebben gemeent, dat het eenGa naar voetnoot(e) flaapzucht was, geduurende dewelke zy zonder eenige order, en enkel uit het geheugen dat hun in dien staat bybleef, herhaalden 't geen zy te voren hadden horen zeggen, of van buiten geleert. Op zulk eene wyze nu, en in dien staat baden zy, zongen zy psalmen, deeden zy beloften aan hunne toehoorders, en gebruikten bedreigingen, in een taal dewelke van niemant dan van de boeren van hunne cantons konde verstaan worden. Zo was het gelegen met de Profeeten, waar van de Schryver der Lettres Pastorales gezegt heeft,Ga naar voetnoot(f) dat God aan hun zulke groote dingen gedaan heeft, als 'er niet | |
[pagina 143]
| |
gebcurt waren zedert de oprechting van hetGa naar margenoot+ Christendom. Nooit is 'er een Autheur zo vruchtbaar in redenen geweest, tot verdediging van een quade zaak: ook hadt hy, behalven een scherpzinning verstand, de gelukkige gaaf van zyn zaak nimmer op te geven. Ga naar margenoot+ 'T zy dat de Prosetie van het Dauphiné een uitwerksel was van ziekte, of van nabootsende inbeelding, of van een ongeregelden yver die als door besmetting van den eenen gebuur tot den anderen overging, en zich dus in de huisgezinnen verspreidde, of van de bedriegery van eenige qualykgezinde personen; 't zy eindelyk die vier oorzaken alle te gelyk werkten, ‘het is ten minsten zeker, dat de Profe tie niet altoos een geschenk van den slaap of van de ongevoeligheit was. De gewaande Geest verwekte welhaast in veelen dier Proseeten zulke beweegingen en ontroeringen als aan ware Dweepers overkoomt; namelyk stuiptrekkingen, bevingen der leeden, een verwildert gezicht, half afgebrokene woorden, enz. Maar laat ons liever kortelyk beschryven wat men van dat Gezelschap van Profeeten verhaalt. Een BriefGa naar voetnoot(a) van dien tyd geeft my stoffe tot het geen hier volgen zal’. Men leest daar, dat de Inspiratie der kleine Profeeten haaren aanvang nam in de maand October 1688.Ga naar margenoot+ De Bergere de Cret hadt kort te voren van profetizeeren opgehouden, waarschynelyk zedert men haar opgesloten hieldt. De aanstaande zending der kleine Proseeten was haar laatste voorzegging, waar na haar geest verstomde. In 't eerst nam de profetische Geest zyn plaats in maar drie of vier jonge kinderen, vervolgens groeide het getal tot 15. en voorts verspreidde zich die geest in korten tyd zodanig, dat 'er wel drie of vier hondert zulke kleine Proseeten getelt wierden; en zelfs werdt het getal nog veel groter omtrent de maand Maart 1689. invoegen dat eenige Dorpen van het Dauphiné niet anders dan Profeeten tot inwooners hadden. In 't kort de voortgang der Prosetie ging zo snellyk toe, dat volgens den aangehaalden Brief ‘men benden van twee of drie hondert jonge Profeeten in eenen nacht, even als Champignons, zag opkomen.... Men zag menschen van goed verstand (let op deze uitdrukking) niets minder denkende dan te profetizeeren in een tyd waar in men de Proseeten gevangen zette, by nacht uit een vergadering met luiden van hun dorp komende, eensklaps in de sneeuw nedervallenGa naar voetnoot(b), even of zy met de vallende ziekte behept waren, en zich wentelen op een bedde van twee voeten hoog sneeuw, tot dat menze weder oprechtte en in behoorlyken staat bragt. Thans begosten zy met geslotene oogen, en als menschen die slapen, te prediken en te profetizeeren, zonder te bedenken dat de Pastoor, die met zyne trawanten de vorige vergadering verstrooit hadt, hen des anderen daags alle zou doen gevangen nemen.’ Die geeft van Profetie verspreidde zich op veele plaatsen, en sloeg over tot in hoog Languedok. Volgens eenige schriften van dien tyd volgde het mirakel der Inspiratie aldaar op een ziekte van omtrent vyftien dagen. Verscheidene toevallen waren ook meer of min langzame voorboden dier Inspiratie. Ik zal alleenlykGa naar voetnoot(c) drie van die toevallen, waar van de minstbedreevene Ge- | |
[pagina 144]
| |
neeskundigen zonder hoofdbreeken zullen konnen reden geven, aanhalen. De Profeetische redenvoeringen van die predikers van allerley Sexe en bejaardheid, beloofden in 't begin de aanstaande verlossing van de Kerk. De Bergere van Cret hadt dezelve reets te voren vastgestelt inGa naar margenoot+ de maand September des jaars 1688. Maar de Dauphineesche Predikers verschoven ze tot op het einde van dat zelfde Jaar, of tot het begin van het jaar 1689. Om de eere der voorgaande voorzegging te beveiligen,Ga naar margenoot+ zeide men dat de verlossing in September zoude geschied zyn,Ga naar voetnoot(a) indien men zich bekeerd hadt; en dat zy niet zou geschieden noch op kersdag, noch in 't begin van den jare 1689. indien men zich dan nog niet zou bekeerd hebben. De geene die de waarheit van die voorzeggingen wilden staande houden, poogden dezelve te doen zamenlopen met de Revolutie van Engeland: maar die Voorstanders waren met eene zaak verlegen. Zomwyl lagen de Predikers met elkander overhoop, en voorzeiden hevige vervolgingen: hoe dit nu overeengebracht? Niets viel lichter te doen aan die kennis hadden van de harmonieGa naar voetnoot(b) der Profetien van dien tyd. De vervolgingen hadden haar opzicht tot de Protestanten in Vrankryk, en de verlossinge raakte de Protestanten in Engeland. Maar ik schame my byna dat ik my zo lang met de Dauphineesche Profetien ophoude; en echter ben ik genoodzaakt voort te varen met den Lezer daar van een denkbeeld te geven, niettegenstaande de verachting waar in zy welhaast vervielen, en zelfs by de Vluchtelingen die meest met hen waren ingenomen. Ga naar margenoot+ De voorzeggingen van dat volk waren verward, en in quaad Fransch opgestelt, laag en kreupel van styl, en meest onverstaanbaar voor die aan de plompheit van het Vivarets en het Dauphiné niet gewoon waren.Ga naar margenoot+ Doch die gebreeken van order en zamenhang zou men hebben konnen vergeeven aan nieuwe prophetien, even als men dezelve dulden moet in die voor autentique erkent worden. Dat meer is, die zelve gebreeken zyn altoos goedgekeurt geweest zo wel in de Profetie als in de Poëzy. Nooit zal men daar uit eenig bewys konnen trekken tegen de waarheit van die Voorzeggingen, dewelke zedert zo veele eeuwen voor Inspiratien zyn erkent. De Predikatien der Dweepersche Dauphineezen waren van gelyken aart met hunneGa naar margenoot+ Profecyen. Zy maakten een verwarde opstapeling van allerleye uitdrukkingen en texten uit den Bybel; en dit noemden hunne toehoorders, zoo dweepersch als zy, een reex van fraaye vermaningen.. die hun de tranen uit de oogen persten. Hier overGa naar margenoot+ verwonder ik my geenzins: de wonde was nog versch, de vervolgingen wierden voortgezet tegen menschen, wier misdaat alleen bestondt in dat zy wilden vergadering houden om God te dienen: sommige, volgens de opvoeding die zy hadden gekregen, en andere naar het voorschrift van hun geweeten of van hunne reden. Was dit niet genoeg om de gemoederen te ontroeren, en teder te maken? En leert ons de ervarentheit niet, dat redeneeringen die met onze gevoelens overeenkomen, altoos onze goedkeuring, en zelfs dikwyls onze verwondering wegdragen? In zulk eene gesteltheit van gemoed, slaat de verwondering lichtelyk tot Dweepery over. Ik hebbe gezegt, dat die profeeten in zeer korten tyd op eene ongemeene wyze vermenigvuldigden. Volgens het verhaal inGa naar voetnoot(c) een Brief, geschreven uit het land daar die nieuwe Leeraars evangelizeerden (dezeGa naar margenoot+ uitdrukking wordt in den Brief gebruikt), moeten 'er zomtyds vergaderingen van vyftien hondert en van twee duizendt personen geweest zyn. ZyGa naar voetnoot(d) vielen juist niet alle te gelyk, noch zy spraken niet alle op eenen tyd: maar zy hadden echter alle even- | |
[pagina 145]
| |
veel recht tot de inspiratie. Derhalven mogen wy den naam van Profeeten wel geven aan alle die de vergaderingen uitmaakten. Men zag daar mannen, vrouwen, kinderen, en zelfs kinderen van drie jaren, profetizeeren: eenige Catholyken wierden mede van het profetisch euvel besmet, zo dat zy in navolging van anderen de Misse ook begosten te verfoeyen. De Brief voegt 'er by, dat alle die luiden bestonden uit zeer gering volkje, waar van de meeste niet lezen konden, doch alle van een voorbeeldig leven ‘want zy schreeuwden luidkeels, dat zy de genade en de gaven niet ontfingen dan door een oprechte bekeering van alle de leeden hunner huisgezinnen, zo dat zy de genade niet konden bekomen, indien 'er maar een eenige in de zonde bleef. Voor dat zy begosten te spreeken, onthielden zy zich vier of vyf dagen van eeten, en daar na nuttigden zy zeer weinig voedsel...... Zy predikten.... dag en nacht.... in 't openbaar midden in het Dorp..... De toehoorders waren altoos geknielt, dewyl zy anders nietGa naar margenoot+ konden geleeden worden.... Indien 'er in de vergadering eenige gevonden wierden die grooter zondaars dan andere waren, wierden zy van de predikers geroepen om tot hen te naderen: deze vielen dan in afgryselyke quellingen (in stuiptrekkingen) tot dat de zondaars tot hen waren genadert.... Voorts leiden zy de handen op hen, en schreeuwden boven hun hoofd, barmhertigheit en genade, vermanende te gelyk die zondaren tot berouw, en de omstanders om God te bidden dat hy hun de zonde wilde vergeeven. Zy deeden psalmen zingen, meest den 51sten (ter liefde van die zondaren) en gebeeden opzeggen.... Indien de zondaars zich oprechtelyk bekeerden..... vielen zy zelve ter aarde, even als dooden.... tot hun zelven gekomen, gevoelden zy eene onuitsprekelyke gelukzaligheit.’ Men beelde zich niet in, dat de discipline, hier gemeld, alleen geoefent wierdt door personen vanGa naar margenoot+ rype bejaardheit, en achtbaarheit.Ga naar voetnoot(a) Herders van 15 of 16 jaren, zelfs kinderen van acht of negen jaren, beleiden een vergadering en hielden consistorie, en deeden daar aan vyftig of sestig penitenten op de knien plechtige boete doen voor hunnen afval, dat is, voor hunne wederkeering tot de Catholyke Kerk. Behalven die boete deeden zy hen ook beteren voor begane godslasteringen in het bywonen van de Misse enz. Die kinderen queeten zich in dat werk met een Meesterlyk gezag, bestraften die zondaren gestrengelyk, gaven hun een gebed op, 't welk zy bidden moesten tot bewys van hun berouw, en eindigden dat werk met een soort van absolutie, vervat in deze woorden, God geve u daar toe zyne genade. Daar was eenig onderscheit in de ProfetischeGa naar margenoot+ toevallen: de gemeene regel bestondt in neer te vallen, in slaap te geraken, of overvallen te worden van een lammigheit der leeden, waar by zich ook stuiptrekkingen voegden. De uitzonderingen van den regel waren, dat zy geweldig geschud wierden, en wakende profetizeerden, zomtyds in een eenvoudige en stille verrukking, doch dikwils ook met eenige Convulsien. Eene der bedriegeryen, waar door eindelyk die dweepery geheel in duigen viel, bestondt hier in, dat men zich vanGa naar voetnoot(b) Meesters in de profetie en van oorblazers bediende. |
|