| |
| |
| |
Verklaaring
Van de Afbeeldsels in dit Zesde Deels Eerste Stuk; dienende te gelyk tot een Berigt voor den Boekbinder om de Plaaten op haare behoorlyke plaats te stellen.
DE Plaat waar op het Fransch La Communion des Anglicans à Saint-Paul, staat, verbeeld het houden des H. Avondmaals der Anglicaanen in de Kerk van St. Paul te Londen. |
Pag. 77 |
De Plaat onder welkers Eerste Verdeeling in 't Fransch staan te leezen de woorden Le Serment de la Fille enz. verbeeld het Eedzweeren eener Jonge Dogter, welke zig bezwangert vind, op de Bibel, voor den Vreede-regter, en die aldaar den Vader noemd van haar nog ongebooren Vrugt. |
|
De Tweede Verdeelinge, waar onder men ziet staan de Fransche woorden Le Bateme domestique, verbeeld den Huis-doop, zoodanig als dezelve onder die van de Anglicaansche Kerk in Engeland in gebruik is. |
|
De Derde Verdeelinge, onder welkers Figuur men leest Convoi Funebre des Anglois, verbeeld de Plegtigheid en Lykstaatsie der Begraavinge eenes Dooden in Engeland.... |
Pag. 79. |
De Eerste Verdeeling der Figuur waar onder in 't Fransch staat Le Mariage clandestin, verbeeld hoedanig en met wat omstandigheden de heimelyke Trouw in Engeland word voltrokken. |
|
De Tweede Verdeeling, waar van het Fransch luid Ceremonies Funebres Domestiques chez les Anglois, vertoond de huisselyke Rouwplegtigheden, zoodanig als dezelve voor de Begraaving eens Lyks onder de Engelschen in gebruik zyn. |
Pag. 83 |
De Eerste of bovenste Verdeelinge der Plaat, houdende in 't Fransch Assemble'e des Quaquers enz. vertoond eene Quaakersche Vergadering te Londen; in welke de Vrouw, boven welkers Hoofd de Letter A. word gezien, verbeeld eene Quaakersche Vrouw, predikende in die Vergadering. |
|
De Tweede Verdeelinge, met het Fransche Byschrift Assemble'e des Quaquers enz. vertoond eene Quaakersche Vergadering te Amsterdam, en de Mans-persoon, boven welkers hoofd men de Letter A. ziet, wyst aan een Quaakersch Man, predikende in de Vergadering... |
Pag. 119. |
In de Eerste Figuur der Plaat, welkers Byschrift in 't Fransch begint Memoires & Medailles enz. word verbeelt een Gedenkpenning, waar op afgebeelt staat Jan van Leiden, met deeze woorden: Johan van Leiden, een Koning der Wederdoopers zo Monster. Onder 't half lyf des Konings staat: Warhaftig Conter; 't geen zeggen wil, waaragtig of natuurlyk Conterfeitsel. 't Revers of Ruggestuk des Pennings vertoond een gekroonde en gekruiste Weereldskloot in een band, met twee zwaarden kruislings doorboort, met dit Omschrift: Gottes Macht ist myne Cracht, en daar by het jaargetal MDXXXIV. waar in die Penning geslagen is. |
|
De Tweede Figuur vertoond eenen anderen Gedenkpenning, waar op staan de woorden: Dat Wort is Fleisch geworden, un wanet in uns. Dat is; Het woord is vleesch geworden en woond in ons. 't Omschrift des Pennings vervat de woorden: We nicht gebore is uth de Wai un Geis mac nich. Dat is; Wie niet gebooren is uit Water en Geest, mag niet: Het overige van die Text diend tot het Revers of Ruggestuk deszelven Pennings, vervat in de woorden: Ingaan in 't Rike Gades ein Konink up. Re. Oa. |
|
Het Tweede Om-of Rand-schrift des Revers of Ruggestuks behelsd de woorden: Ein Godt. Ein Geloove. Ein Doepe. Dat is; Een God. Een Geloof. Een Doop. Midden in 't Revers worden deeze woorden op een schild staande gevonden: Tho Munster. (Te Munster) met het Jaartal van 1534. daar boven. |
|
De Derde Figuur vertoond eenen derden Gedenkpenning, waarop aan de eene zyde gevonden word een schild met de woorden: Tho Munster (Te Munster) daar op staande; te kennen gevende dat de Penning te Munster is geslagen. Het Omschrift behelsd de woorden: Et si dat emad upt nie gebare werde; beteekenende, Ten zy dat iemand op nieuw gebooren worde. Van welke woorden het Vervolg te vinden is in het Omschrift van deszelven Pennings voorzyde, in de woorden: So mach he Gades Rike nicht schei. Dat is te zeggen; Zoo mag hy het Koningryke Gods niet zien. |
|
Het Tweede Om- of Rand-schrift van deszelven Pennings Revers of Ruggestuk, bestaat in de woorden: Ein Heer, Ein Gelove, Ein Doep; zoo veel gezegt als Een Heer, Een Geloof, Een Doop. Wyders ziet men op de Voorzyde deezes Pennings ook de woorden van de voorzyde des Tweeden Pennings, te weten: Dat Wort is Fleis geworden u. wa. in uns. Dat is; Het woord is Vleesch geworden, en woond in ons: waar by eindelyk onder aan het Jaargetal van 1534. word gevoegt. |
Pag. 177. |
De Eerste Verdeelinge der Plaat welkers Byschrift in 't Fransch luid Anababtiste d'Oostfrise, toond aan een Anabaptist of Wederdooper uit Oostvriesland. |
|
De Tweede met de Fransche verklaring Quaqueresse enz. verbeeld eene Quaakeresse, die predikt. |
|
De Derde Verdeeling, beginnende in 't Fransch Quaquer enz. verbeeld eenen Amsterdamschen Quaaker. |
|
| |
| |
De Vierde Verdeeling, met het Fransche Byschrift Anababtiste enz. vertoond eenen Amsterdamschen Anabaptist of Wederdooper. |
Pag. 186. |
De Plaat onder welkers bovenste Figuur de Fransche woorden Le Bateme des Mennonites staan, verbeeld eene Menniste of Wederdoopersche Vergadering, alwaar het Sacrament des Doops, naar hunne wyze, aan eenige nedergeknielde Mans- en Vrouws-persoonen word bedient. |
|
Op de benedenste Figuur staan de Fransche Woorden La Benediction enz. te kennen gevende het geven van den Zeegen door den Prediker aan de nedergeknielde Doopelingen, na dat het Sacrament des Doops aan hen is bedient geworden. |
Pag. 191 |
De Eerste Verdeelinge der Plaat, beginnende in 't Fransch La Cene enz. vertoond het uitdeelen van het Brood in 't H. Avondmaal by de Anabaptisten of Wederdoopers, 't welk door den Leeraar gebroken zynde, door hem en twee zyner Amptgenooten, uit drie Korven, iedere gedragen door een Diaken, aan de Ledemaaten word uitgedeelt. |
|
De Tweede Verdeeling insgelyks in 't Fransch beteekent met de woorden La Cene enz. verbeeld het uitdeelen van den Wyn in 't H. Avondmaal by dezelve Anabaptisten, welke, na dat de Zeegen daar over door den Leeraar is uitgesprooken, en na dat hy met zyne Amptgenooten daar van gecommuniceert heeft, door de Diakenen aan alle de Ledemaaten word aangeboden. |
Pag. 192. |
De Tweeledige Figuur, waar van het Byschrift der Eerste of bovenste Verdeeling bestaat in de woorden Assemble'es nocturnes enz. verbeeld eene Nagt-Vergadering van Adamiten, zoo Mans-als Vrouws-persoonen, zig alle moedernaakt ontkleedende, en hunne kleederen op 't vuur werpende. |
|
De Tweede of onderste Verdeelinge, waar onder de Fransche woorden Adamites d'Amsterdam staan, verbeeld dezelve Adamiten, gansch naakt langs straat loopende. |
Pag. 195. |
De Figuur, waar onder in 't Fransch staat Procession des Flagellans, beteekend een Omgang van Geessel-broeders; waar van eenige met de schouders, andere half, en zommige meer als half naakt worden verbeelt. |
Pag. 197. |
De Figuur welkers Byschrift in 't Fransch begint Les Free-Massons, verbeeld eene Vergadering van zoogenaamde Vrye Metselaars, in welke men ziet de Naamen en Waapens van alle de verscheidene Loges, welke binnen Londen van dat Genoodschap gevonden worden. |
Pag. 233. |
De Plaat, onder welkers Eerste of bovenste Verdeeling staan de Fransche woorden, Assemble'e de ceux enz. vertoond eene Vergadering van de zoogenaamde Collegianten te Amsterdam. |
|
De Tweede of onderste Verdeeling, waar onder staan de Fransche Woorden Leur Cene à Rynsbourg, doedt zien, op hoedanigen wyze dezelve Collegianten in het Dorp Rhynsburg het H. Avondmaal houden. |
Pag. 308. |
De Figuur met het Fransche Byschrift Le Bateme de Rynsbourg, vertoond het Sacrament des H. Doops, bedient wordende aan eenen der zoogenaamde Collegianten te Rhynsburg, by indompeling, |
Pag. 311. |
| |
Verklaaring
Van de Afbeeldsels in het Zesde Deels Tweede Stuk; dienende te gelyk tot een Berigt voor den Boekbinder om de Plaaten op haare behoorlyke plaats te stellen.
DE Plaat waar op boven aan in de Fransche Taal staat Genealogie de Mahomet, vertoond het Geslagt-register van Mahomet; aanwyzende dat die Valsche Profeet afkomstig is uit Ifmaël, den Zoon van den Patriarch Abraham by Hagar. |
Pag. 31. |
De Figuur waar op boven aan staat te leezen Le Temple de la Mecque, vertoond den zoo zeer berugten Tempel van Mekka, met alle deszelfs By-gebouwen, Galderyen enz. |
Pag. 69. |
De Eerste of bovenste Verdeeling der Plaat, beteekent door de Fransche woorden Dervich ou Moine Turc enz. verbeeld eenen Turkschen Monnik, die uit Godsdienstigheid zyn lichaam in 't rond draaid. |
|
De Tweede of daar aan volgende Verdeeling, waar onder de Fransche woorden Saka Charitable enz. staan, vertoond eenen Saka, of liefdaadigen Dervisch, die water door de Stad omdraagt, en het zelve uit liefdaadigheid om niet geeft. |
|
De Derde, waar onder het Fransch Turc qui fait enz. doedt zien een Turk welke al knielende zyn gebed doedt. |
|
En de Vierde, welke begint met de Fransche woorden Dervisch des enz. vertoond eenen Indiaanschen Dervisch of Monnik. |
Pag. 139. |
De Figuur, waar van het Fransche Byschrift luid Dgi-Guerdi Albanois, qui enz. vertoond een Albaansche Dgi-Guerdi, voedende eenige Katten met Schaapen Leever. |
Pag. 188. |
| |
| |
De Eerste Verdeeling der Plaat, beginnende met de Fransche woorden Amant Turc qui se cicatrise enz. verbeeld een Turk die den verliefden speeld voor zyne Meesteresse, om waar van haar te overtuigen, hy zig in zynen arm kwetst. |
|
De Tweede Verdeeling, welkers Byschrift luid Enfant Turc que l'on enz. verbeeld een Turksch Kind in zyn plegt-gewaad, zoodanig als vereischt word, om ter besnydenisse te gaan. |
|
De Derde, waar onder men vind de woorden Tchingui Danceur Turc, verbeeld eenen danssenden Turk. |
|
De Vierde of laatste, met de Fransche Woorden Tchinguis ou Danceuse enz. vertoond een danssend Turksch Vrouws-persoon. |
Pag. 220. |
De Figuur, waar onder in 't Fransch staat La Danse des Dervisch, verbeeld het draajen of danssen der Dervischs of Turksche Monnikken. |
Pag. 221. |
De Plaat, het Fransche Byschrift van Mariage Turc voerende, verbeeld, hoedanig en in welk gezelschap eene Turksche Bruid haaren Bruidegom word t' huis gebragt om met hem te trouwen. |
Pag. 224. |
De Eerste Verdeelinge der Plaat waar van het Fransche Byschrift begint Afriquaine en habit enz. verbeeld eene Africaansche Vrouw in haar Plegt-gewaad. |
|
De Tweede, met het Byschrift Afriquaine en deshabillé, vertoond eene Africaansche Vrouw in haar Nagt-gewaad. |
|
De Derde, welkers Byschrift is, Femme Moresque, doedt zien eene Moorsche Vrouwin haar gewaad. |
|
In de Vierde Verdeeling, welkers Byschrift begint met de Fransche woorden Femme d'Afrique enz. ziet men een Africaansche Vrouw, zoo als die gewoon zyn over straat te gaan. |
Pag. 227. |
In de Eerste Verdeeling der Plaat, waar onder in de Fransche Taal staat Persan, vertoond zig een Persiaan in zyn gewaad. |
|
In de Tweede, tot Byschrift hebbende Femme Persienne, word verbeelt eene Persiaansche Vrouw. |
|
In de Derde, beginnende het Fransche Byschrift Habillement enz. word het gewaad van een voornaam Man in Barbaryen uitgebeelt. |
|
In de Vierde, ten Byschrift hebbende Arabe du desert, word een Arabisch Woestynier verbeelt. |
ibid. |
De Plaat welkers Byschrift in 't Fransch begint Enterrement des Turcs enz. verbeeld eene Turksche Begraafnisse, zoodanig als dezelve te Constantinopolen geschied.... |
Pag. 234. |
De Figuur met het Fransche Byschrift Le Grand-Seigneur enz. vertoond den Persoon des Grooten-Heers of Keizers der Turken, in zyn Plegt-gewaad, op den dag van het Feest genaamt den Bairam. |
Pag. 241. |
De Sultane Asseki, of Sultane Koninginne in haar Plegt-gewaad, word in de Plaat welkers Fransch Byschrift begint La Sultane Asseki enz. verbeelt. |
ibid. |
In de Plaat, waar onder de Fransche woorden Le Moufti ou Chef enz. staan, word vertoont de Mufti, Turksche Opperpriester, Paus, of Hoofd der Wet. |
Pag. 242. |
In de Eerste Verdeeling, met het Byschrift Le Cadi-leskir enz. word verbeelt den Kadi-leskir, of Hoofd des Wets; van welke Kadi-leskirs 'er een in Europa en een in Asie is. |
|
De Tweede Verdeeling, beteekent met het Byschrift Emir, enz. verbeeld eenen Emir of Wetgeleerden uit de Nakomelingen van Mahomet. |
|
De Derde Verdeeling doedt zien eenen Effendi of Wetgeleerden in zyne Bezigheid, beteekent met de woorden in 't Fransch Effendi Homme enz. |
|
De Vierde met het Fransch Byschrift Iman Ministre enz. verbeeld eenen Iman of Bedienden eener Mosquée. |
ibid. |
De Plaat waar onder gevonden word in 't Fransch Emir, Chef des descendans enz. wyst aan eenen Emir of Hoofd der Afkomelingen van Mahomet. |
Pag. 243. |
In de Plaat verbeeldende eenige Turksche Vaandelen, Standaarden en Veldteekenen met de halve Maan, worden aangeweezen met de Letter A. Een klein Vaandel of Standaard der Ruitery. Met B. het Vaandel der Janitsaaren. Met C. den Grooten Standaard der Ruitery. D. Beteekend het Vaandel der Kanoniers. E. Wyst den Standaard des Grooten-Viziers aan. En F. verbeeld de Paardestaart. |
ibid. |
In de Eerste Verdeelinge der Plaat, beteekent met het Fransche Byschrift van Prieur d'un Couvent enz. ziet men een Oversten van een Klooster van Dervischs of Turksche Monnikken in zyn Geestelyk gewaad. |
|
In de Tweede, welkers Byschrift begint met het woord Deli Espece de Brave enz. word afgebeelt een Deli, of soort van Braven van het gevolg des Grooten-Viziers. |
|
In de Derde, beginnende deszelfs Byschrift met de woorden Differens Habillemens enz. worden aangeweezen de verscheidene soorten Kleedaadjen der Dervisch of Turksche Monnikken. |
|
De Vierde, beginnende met het woord Santon, behelsd de Verbeeldinge van eenen Turkschen Heilig,of zoogenaamden Santon, anders genaamt Calender en Abdal... |
Pag. 246. |
In de Eerste Verdeelinge der Plaat waar onder in 't Fransch staat Le Grand Emir enz. word verbeelt de Groote-Emir der woeste Arabiërs. |
|
In de Tweede, welkers Byschrift is Criminel gardé enz. word een Persiaansch Misdadiger in eenen yzeren Halsband afgebeelt. |
|
De Derde, voerende 't Byschrift in 't Fransch Espece de Dervis enz. vertoond eenen Dervis of Turkschen Monnik op reis zynde. |
|
| |
| |
De Vierde, waar van het Fransch is Religieux enz. wyst aan eenen Turkschen Geestelyken van de Orde der Edhemiten. |
Pag. 247. |
De Figuur waar onder in 't Fransch staat, Le Bairam enz. verbeeld den Bairam of het paasch-feest der Mahometaanen, en de vermaakelykheden en vreugde-bedryven welke daar in omgaan. |
Pag. 252. |
De Eerste of bovenste Verdeeling der Figuur tot Byschrift hebbende in 't Fransch Le Carneval enz. verbeeld de Carneval of Vasten-avonds vermaakelykheden der Turken. |
|
De Tweede Verdeeling, welkers Byschrift is La Fete d'Hussein, vertoond het Feest van Hussein, zoodanig als het zelve word gehouden. |
Pag. 253. |
De Eerste Verdeelinge der Plaat waar onder staat Cavalcade enz. vertoond het uitryden des Grooten-Heers, verzelt van zynen ganschen Hofstoet. |
|
De Tweede, beteekent met de woorden La Fete du Poids enz. verbeeld het Feest geviert wordende ter gelegentheid dat de Groote-Mogol in een weegschaal gewogen word... |
Pag. 256. |
In de Eerste Verdeelinge der Plaat waar van het Byschrift begint in 't Fransch met de woorden Selictar-Aga, word den Selictar-Aga of Zwaard-drager van den Grooten-Heer verbeelt. |
|
In de Tweede, beginnende L'Ibrie-dar enz. vertoond zig de Ibrie-dar of Waterdrager van den Grooten-Heer, waar mede zig dezelve wascht, of waar van hy, als hem dorst, drinkt. |
|
De Derde, beteekent met het Fransch woord Solak, verbeeld eenen Solak of Janitsaar, dragende een Boog en Pylkoker op zyne schouderen. |
|
De Vierde, met het Fransch Byschrift van Peik enz. beteekent, wyst aan eenen Peik of Lyf-knegt, dragende een Byl om hoog, en een korten Sabel of Pook op zyde hebbende. |
Pag. 257. |
De Plaat met het Fransche Byschrift, beginnende La Tente enz. verbeeld de Tent des Grooten-Viziers; waar van de Letter A. aanwyst den ingang, waar aan een bygeloovig Briefje of Geschrift onder het Venster was vastgehegt; en B. vertoond een Talisman of Tooverplaat. Voorts beteekenen de Cyffer-letters (1) de Tent van den Divan, alwaar de Gehoorgeving geschied. (2) De Tent waar in zig de Groote-Vizier vertrekt. (3) Nog eene andere Vertrek-Tent. (4) Eene Afschutting tot zeekere Gebruiken. |
Pag. 262. |
De Plaat waar onder men leest in 't Fransch La Penitence enz. verbeeld de Boetdoening of Penitentie der Hoogduitsche Jooden in hunne Synagogen. |
Pag. 298. |
In de Figuur welkers Byschrift is La Fête de Purim, word verbeelt het Feest van Haman, den naam voerende van Purim. |
ibid. |
De Plaat, beginnende met het Fransche Byschrift onder aan dezelve, Pulleyar, vertoond den Indiaanschen Afgod, Pulleyar genaamt. Namentlyk A. wyst aan het Beeld des Afgods. B.B. De bygeloovige Teekenen en profaane Merkteekenen, met derzelver Kleuren. CCC. Op de Neus. D. Den dubbelden Lingam. E.E. Den Lingam of Phallus. F.F. Geeft te kennen de Merkteekenen, met derzelver Kleuren, zoodanig als ze door de Zendelingen zyn toegestaan. |
Pag. 316. |
B. Picart direxit.
|
|